What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Unidad 7.4
Hoy es 21 de noviembre de 2022
1 / 11
next
Slide 1:
Slide
Spaans
Beroepsopleiding
This lesson contains
11 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
90 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Hoy es 21 de noviembre de 2022
Slide 1 - Slide
TB.:
p.66, ej.7.
p.67 ej. 9a/b, 10a
WB
.: p.69 t/m 71
oef. 9, 10, 13, 14
(oude) Stencil
: Werkwoorden met diftongeren: samen kijken.
Mirar los ejercicios
Slide 2 - Slide
1. El niño ...............muchos juquetes.
2.El avión........... a salir a las dos de la tarde.
3.Mi hija siempre..............muy tarde a casa los sábados.
4.¿ A qué hora ..............el tren?
5.El chico de la pizzería ................la pizza a las seis.
6.Mi tía Rosa .............. beber vino tinto con la comida.
7.Juan...............el pan sobre la mesa.
8.¿Qué ......................comer tu amiga?
9. Mis amigos ..........................que la nueva película de Almodóvar es muy buena.
querer
ir
venir
salir
traer
preferir
poner
ir
decir
Slide 3 - Slide
Tekstboek p.67
ej. 9a
a. Lees de ansichtkaart.
b. Wat heeft Lucía in haar
vakantie gedaan?
c. Onderstreep alle
werkwoorden die in de
Perfecto staan.
Slide 4 - Slide
Voltooid tegenwoordige tijd
(v.t.t.)
In het Nederlands gebruik je om de v.t.t. te maken het hulpwerkwoord
hebben of zijn
+
voltooid deelwoord
Ik
heb
gewerkt
.
Zij
zijn
naar het werk
gegaan
.
Slide 5 - Slide
De voltooid tegenwoordige tijd =
De Presente Perfecto
In het Spaans gebruik je om de v.t.t. te maken
ALLEEN
het
hulpwerkwoord
haber
+
participio
(= voltooid deelwoord)
He
trabajado
. =
Ik heb
gewerkt
.
Han
ido
al trabajo
. =
Zij zijn
naar het werk
gegaan
.
Slide 6 - Slide
p.67, oef.9b El Presente perfecto
Slide 7 - Slide
Ejemplos
He
visitado
el museo.
Ik heb
het museum
bezocht
.
¿
Has
trabajado
hoy?
Heb jij
vandaag
gewerkt
?
Pablo no
ha
comido
.
Pablo
heeft niet
gegeten
.
Hemos
bebido
un vino.
Wij hebben
wijn
gedronken
.
¿
Habéis
vivido
en Cuba?
Hebben
jullie
in Cuba
gewoond
?
.
.
geweest??????
estar:
.= Zij zijn in Cuba geweest = Han
estado
en Cuba
ser
= Ik ben verpleegkundige geweest+ Yo he
sido
enfermera
Slide 8 - Slide
Onregelmatige vormen
(Zie paragraaf 7.4 p.126)
abrir - abierto
decir - dicho
hacer - hecho
poner - puesto
ver - visto
escribir - escrito
volver - vuelto
ir - ido
ser - sido
leer - leído
Slide 9 - Slide
Deberes
TB.:
p.67. oef. 10: mirar.//p.68,oef. 13 a/b : Grizel habla de sus vacaciones.
WB.
:
p.72 ,
oef. 16, 17
Stencil
: Voorbeeld 1.: ¿Cuándo has leído un libro por última vez? >
He leído un libro por última vez el mes pasado.
Vorbeeld 2: ¿Has dormido alguna vez en un hotel? >
Sí, he dormido en un hotel este verano.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
More lessons like this
21-11-2023
November 2023
- Lesson with
18 slides
Spaans
Beroepsopleiding
20-11-2023
November 2023
- Lesson with
21 slides
Spaans
Beroepsopleiding
21-11-2023
November 2023
- Lesson with
23 slides
Spaans
Beroepsopleiding
Unidad 6.3 Final + El perfecto
April 2023
- Lesson with
34 slides
Spaans
Beroepsopleiding
Unidad 6 final + u. 7 el perfecto
March 2022
- Lesson with
20 slides
Spaans
Beroepsopleiding
28-11-2023
November 2023
- Lesson with
26 slides
Spaans
Beroepsopleiding
11-11-2024
November 2024
- Lesson with
19 slides
Spaans
Beroepsopleiding
Unidad 7 parte 2
June 2021
- Lesson with
29 slides
spaans
HBO
Beroepsopleiding
Studiejaar 1