les 2: argumenteren

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Introductie module leesvaardigheid



- Introductie nieuwe thema
- Bespreken opdrachten
- Theorie
- Oefenen

Slide 2 - Slide

Waarom leesvaardigheid?
Om een kritische en geïnformeerde deelnemer aan onze maatschappij te zijn, helpt het om een geoefende lezer te zijn die de inhoud van teksten kan beoordelen op bruikbaarheid en betrouwbaarheid.

Slide 3 - Slide

Hoe ga je leren?
Lezen is een vaardigheid. Dat betekent dat je actief moet leren om van kennen naar kunnen te gaan.

Slide 4 - Slide

Wat ga je leren en doen?
De komende weken leer je argumentatie te herkennen, te benoemen en te gebruiken. Daarnaast herhaal je theorie over leesvaardigheid.
Afsluiting: een toets over leesvaardigheid in de toetsweek (3x)

Slide 5 - Slide

Wat maakt lezen lastig?
(maar vooral relevant?)

Slide 6 - Slide

Bereid je slim voor
Je moet de begrippen kennen

Slide 7 - Slide

Bereid je slim voor
Je moet de begrippen kennen
Om ze correct te kunnen herkennen en benoemen in oefenopgaven uit de module.

Slide 8 - Slide

Bereid je slim voor
Je moet de begrippen kennen
Om ze correct te kunnen herkennen en benoemen in oefenopgaven uit de module.
Daardoor kun je de theorie vervolgens met vertrouwen en op de juiste manier toepassen in een hele tekst.

Slide 9 - Slide

Bereid je slim voor
Je moet de begrippen kennen
Om ze correct te kunnen herkennen en benoemen in oefenopgaven uit de module.
Daardoor kun je de theorie vervolgens met vertrouwen en op de juiste manier toepassen in een hele tekst.
Zodat je zowel binnen als buiten de lessen Nederlands meer begrijpt, beter begrepen wordt én meer invloed hebt.

Slide 10 - Slide

We bespreken opdracht 1 en 3
- Hoe formuleer je je antwoord?
- Wat is een mening (standpunt) en wat is een argument?


Slide 11 - Slide

Argumentatie-structuur

Slide 12 - Slide

Soms (vaak) lastig om het standpunt en het argument van elkaar te onderscheiden in een tekst.

Want en daarom zijn handige hulpmiddelen om het verschil te zien.

Slide 13 - Slide

1

2

3

4

We hebben al heel lang niet geshopt.
Laten we naar de stad gaan.
Het is onaanvaardbaar dat hij een voldoende krijgt.
Hij heeft plagiaat gepleegd.
Iedereen zou per direct moeten stoppen met roken.
Roken is ontzettend slecht voor de gezondheid.
Iedereen zou The Hate U Give moeten lezen.
Je ervaart dan de grote rol die racisme nog in de VS heeft.

Slide 14 - Drag question

Enkelvoudig
De eenvoudigste vorm van argumentatie. Een standpunt dat onderbouwd wordt door één argument.

Let op: blijf nagaan wat het standpunt is en wat het argument.

Slide 15 - Slide

Meervoudig
De losse argumenten hebben niets met elkaar te maken. Het is een opsomming van argumenten om het standpunt te onderbouwen.

Slide 16 - Slide

Meervoudig
De losse argumenten hebben niets met elkaar te maken. Het is een opsomming van argumenten om het standpunt te onderbouwen.
Het lezen van boeken is ontzettend belangrijk.
Het geeft je de kans avonturen te beleven die je anders nooit zou meemaken.
Door literatuur krijg je meer inlevingsvermogen.

Slide 17 - Slide

Nevenschikkend
Twee of meer argumenten hebben elkaar nodig om het standpunt te onderbouwen. Los van elkaar zijn het geen geldige argumenten.
Het festival Welcome to the Village was vorige maand niet leuk.
Ondanks de hitte was er helemaal geen schaduwplek.
Ik verbrand heel snel.

Slide 18 - Slide

Onderschikkend
Je geeft niet alleen een argument, maar je geeft ook nog een uitleg of toelichting waarom dat argument klopt.

Slide 19 - Slide

Onderschikkend
Je geeft niet alleen een argument, maar je geeft ook nog een uitleg of toelichting waarom dat argument klopt.
Het is belangrijk om huiswerk te maken.
Alleen door te oefenen zet je de stap van kennen naar kunnen.
Je brein heeft training nodig om de leerstof te begrijpen.

Slide 20 - Slide

Combinatie

Slide 21 - Slide

A Zij heeft ruim voldoende ervaring in het basisonderwijs.

B Deze sollicitante is zeker geschikt voor die functie van hoofdonderwijzer.

C De school wilde het aantal vrouwelijk collega’s vergroten.

D Ruime ervaring is nodig voor deze functie.

E Zij is een vrouw.

F Zij past goed in de samenstelling van het team wat betreft leeftijd.

A
B
C
D
E
F

Slide 22 - Drag question

Huiswerk:

H4: 1,2, 3 en 5 (blz 22 en verder)
H5: 1,2 (blz 25 en verder)


Volgende week:

- 1 les werken aan 'Het gouden ei' (woensdag)
- 1 les leesvaardigheid (donderdag)
Je leert zelfstandig en in stilte

Slide 23 - Slide