Naut - groep 8 - thema 6 - robots

Naut - thema 6 - robots
Naut thema 6 - Robots
oefenen voor de toets
1 / 15
next
Slide 1: Slide
TechniekBasisschoolGroep 8

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Naut - thema 6 - robots
Naut thema 6 - Robots
oefenen voor de toets

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat is een sensor?
A
Een seintje waardoor het apparaat gaat werken.
B
Een ander woord voor computer.
C
Een onderdeel van een apparaat wat 'prikkels' opvangt.
D
Een ander woord voor robot.

Slide 3 - Quiz

Kijk goed naar dit plaatje... Waar zie je hier de sensor?

Slide 4 - Slide

Ik zie de sensor bij
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 5 - Quiz

In de school hangen rookmelders en sproeiers. Er is rook/brand in de school.

Leg uit hoe de melder afgaat en de sproeiers aangaan.
Gebruik in je antwoord de woorden: sensor, signaal en stuursysteem.

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Hoe komt het dat een computer zo snel kan rekenen?
A
Hij is heel slim.
B
Dit kan hij door de processor.
C
Dit kan hij door de sensor.
D
Dit rekent een mens voor hem uit.

Slide 8 - Quiz

Een robot en een computer praten met (0) en (1) codes.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Een beslisschema. 
Ik wil van iedere fruitsoort één vrucht gebruiken. 
Hoeveel keuzes heb ik dan moeten maken?

Slide 10 - Slide


A
11 keuzes
B
2 keuzes
C
3 keuzes
D
1 keuze

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Hoe noem je een robot met menselijke eigenschappen?

Slide 13 - Open question

Leg uit wat een programmeur doet.

Slide 14 - Open question

Hoe kan een robot een persoon herkennen?
A
Hij herinnert zich de vorige ontmoeting
B
Hij vergelijkt het gezicht met alle gezichten in zijn geheugen.
C
Hij voelt de emotie bij een persoon.
D
Een robot kan iemand niet herkennen.

Slide 15 - Quiz