What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Nederlands H6 Foutloos schrijven
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Wat is de juiste spelling van de werkwoorden in deze zin: "Maar zo ... ik dat niet ...!"
A
heb, bedoelt
B
hebt, bedoeld
C
heb, bedoeld
D
hebt, bedoelt
Slide 6 - Quiz
En dan toch echt de (werkwoord-)spelling!
27. Het VOvA-bestuur wil vooraf weten wat er tijdens het teamuitje gebeur...
A
-
B
-d
C
-dt
D
-t
Slide 7 - Quiz
Spelling werkwoord
Hij .................... iedere dag 10 kilometer
A
loopdt
B
lopt
C
loopt
D
loopd
Slide 8 - Quiz
Engelse werkwoorden
Wat is de juiste spelling?
Ik .... al die oude contacten
A
delete
B
deleted
C
deletet
Slide 9 - Quiz
Kies de juiste spelling van het werkwoord.
Toen ik in de zomer …
A
kampeerdde
B
Kampeerden
C
kampeerde
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
december
B
December
Slide 15 - Quiz
Achter welk woord moet een komma? Sleep dat woord naar de komma. ( 2 antwoorden goed)
Komma
Dit
moet
je
nog
toevoegen
:
tomaten
prei
en
knoflook.
ui
Slide 16 - Drag question
Waar moet de komma?
A
Ik rijd te hard want ik heb haast.
B
Ik rijd te hard, want ik heb haast.
C
Ik rijd te hard want ik heb haast.
D
Ik rijd te hard want, ik heb haast.
Slide 17 - Quiz
Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Kerstmis
B
kerstmis
Slide 18 - Quiz
Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Gucci
B
gucci
Slide 19 - Quiz
Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Volkskrant
B
volkskrant
Slide 20 - Quiz
Waar
Niet waar
Aan het eind van de zin staat een komma
Tussen twee bijvoeglijke naamwoorden staat een komma
Tussen twee persoonsvormen staat een komma
Tussen dingen die je opnoemt, staat een komma
Voor alle voegwoorden staat een komma
Slide 21 - Drag question
komma
A
Ik hou van chocolade, dropjes, spekjes en koekjes.
B
Ik hou van chocolade dropjes spekjes en koekjes.
C
Ik hou van chocolade , dropjes, spekjes, en koekjes.
D
Ik hou van chocolade , dropjes spekjes en koekjes.
Slide 22 - Quiz
Waar in de zin moet de komma komen te staan?
Sleep de komma naar de juiste plek.
Ik ga naar binnen want ik heb het koud.
,
Slide 23 - Drag question
Waar in de zin moet de komma komen te staan?
Sleep de komma naar de juiste plek.
Nee daar ben ik het niet mee eens.
,
Slide 24 - Drag question
Achter welk woord moet een komma? Sleep dat woord naar de komma
Komma
Piet
kun
jij
de
vaatwasser
uitpakken
Slide 25 - Drag question
timer
15:00
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
More lessons like this
Nederlands H6 Samenvatting
January 2024
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Nederlands H6 Werkwoordspellen
January 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Spelling hoofdletters en leestekens
June 2019
- Lesson with
33 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
1BKT - Spelling H7 - Hoofdletters & leestekens
March 2022
- Lesson with
50 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Spelling 4, 5 en 6
February 2022
- Lesson with
23 slides
Other languages
Secondary Education
komma's #2
December 2022
- Lesson with
18 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
3BK - spelling leestekens
December 2021
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
grammatica klas 1
November 2023
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1