Hfst 1 Wegen naar kennis: fundamentele zekerheden

Hfst 1 Wegen naar kennis: fundamentele zekerheden
1 / 14
next
Slide 1: Slide
FilosofieSecundair onderwijs

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hfst 1 Wegen naar kennis: fundamentele zekerheden

Slide 1 - Slide

Wat bedoelt Descartes met 'intuïtie'?
A
Een vorm van logisch redeneren.
B
Een onbewuste beïnvloeding van de zintuigen.
C
Een directe en heldere waarneming van waarheid.
D
Een subjectieve interpretatie van de realiteit.

Slide 2 - Quiz

Wat is de eerste zekerheid van Descartes?

Slide 3 - Open question

Wat betekent 'a posteriori' kennis?
A
Kennis verkregen door ervaring.
B
Kennis verkregen door redenering.

Slide 4 - Quiz

Lesdoel
Ik kan uitleggen waarom Descartes' eerste godsbewijs in strijd is met zijn deductieve methodische twijfel.

Slide 5 - Slide

Tweede zekerheid
  • Eerste zekerheid: aangetoond dat er een denkend ding bestaat
  • Aantonen dat buitenwereld bestaat
  • Hoe? Via het 'idee van God'

Slide 6 - Slide

Tweede zekerheid: het bestaan van God
  • Vaststelling van Descartes: vele aangeboren ideeën
  • één van die ideeën = idee van God
  • Hoe weten we dat hij effectief bestaat?
  • 2 godsbewijzen

Slide 7 - Slide

1ste bewijs: bewijs a posteriori
  • a posteriori = achteraf
  • vertrek = vaststelling dat het 'idee van god' in zijn denken bestaat
  • Op zoek naar oorzaak van dat idee
  • principe van oorzakelijkheid: elk effect heeft een oorzaak die minstens even groot is als wat eruit volgt

Slide 8 - Slide

1ste bewijs: bewijs a posteriori
  • Principe van oorzakelijkheid toegepast op idee van god = idee van een oneindig volmaakt wezen (God) kan niet zijn voortgekomen uit een minder volmaakt iets (imperfecte mens) en dus moet het voortgekomen zijn uit iets dat groter is dan hijzelf
  • Alleen het werkelijk volmaakt wezen (God) kan oorzaak zijn van een dergelijk idee

Slide 9 - Slide

2de bewijs: a priori
  • Analyse van het idee van God:
  1. Alle entiteiten (incl de mens) ontleent voortdurend hun bestaan aan god
  2. God heeft mensheid gecreëerd, mens niet instaat zonder Gods invloed te blijven bestaan
  3. God is enige op zichzelf bestaande entiteit, Zijn eigen oorzaak

Slide 10 - Slide

2de bewijs: a priori
  • Dankzij 2de bewijs: tweede zekerheid= God bestaat = helder en welonderscheiden idee
  • twijfelargument: bedrieglijke demon?
  • Neen, want bedriegen is een vorm van onvolmaaktheid en kan onmogelijk bij God horen

Slide 11 - Slide

Opdrachten
Opdracht 5 + 6 (vergeet schema niet)

Slide 12 - Slide

Verbetering
(kom zelf kijken)

Slide 13 - Slide

Leg uit waarom Descartes' eerste godsbewijs in strijd is met zijn deductieve methodische twijfel.

Slide 14 - Open question