Hfst 1 Wegen naar kennis: methode van radicale twijfel - intuïtieve inzichten

Hfst 1 Wegen naar kennis: methode van radicale twijfel - intuïtieve inzichten
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FilosofieSecundair onderwijs

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hfst 1 Wegen naar kennis: methode van radicale twijfel - intuïtieve inzichten

Slide 1 - Slide

Wat is epistemologie?
A
De studie van het heelal en de planeten.
B
Het bestuderen van de geschiedenis van de mensheid.
C
Een tak van de wiskunde die zich bezighoudt met krommen.
D
De studie van kennis en hoe we die verkrijgen.

Slide 2 - Quiz

Wat is een kenmerk van de deductieve logica van Descartes?
A
Het starten met onbetwistbare waarheden
B
Het accepteren van willekeurige overtuigingen
C
Het vermijden van logische consistentie
D
Het negeren van kritische vragen

Slide 3 - Quiz

methodische twijfel

Slide 4 - Mind map

Lesdoelen
  • Ik ken de 3 argumenten om de methodische twijfel van Descartes in te vullen.
  • Ik kan de Descartes' interpretatie van intuïtie vergelijken met de dagelijkse betekenis van intuïtie
  • Ik kan de 3 zekerheden van Descartes in eigen woorden uitleggen.

Slide 5 - Slide

3 argumenten 
  • 3 argumenten om te twijfelen 
  1. Argument van de zintuigen
  2. Argument van de droom
  3. Argument van de demon

Slide 6 - Slide

Intuïtieve inzichten
  • 2 uitgangspunten (cartesiaans rationalisme):
  1. we hebben toegang tot aangeboren ideeën
  2. via de methode van de logica

Hoe toegang en hoe aantonen dat intuïtieve inzichten en ideeën betrouwbaar zijn?
 

Slide 7 - Slide

Intuïtieve inzichten
Intuïtie = 'licht van de rede' = brengt heldere en welonderscheiden ideeën voort
  • Heldere = het idee is evident
  • welonderscheiden = het idee staat onafhankelijk van andere ideeën en kan op zichzelf gekend worden.

We hebben toegang tot aangeboren ideeën (intuïtie, de heldere en welonderscheiden ideeën).
De logica is de methode om tot kennis te komen (afleiden uit ons denken).

Slide 8 - Slide

Fundamentele zekerheden
  • Zekerheden moeten we afleiden uit ons denken (rationalisme)
3 zekerheden:
  1. Eerste zekerheid: cogito ergo sum
  2. Tweede zekerheid: het bestaan van God
  3. Derde zekerheid: het bestaan van de buitenwereld

Slide 9 - Slide

Eerste zekerheid: cogito ergo sum
  • Aan één ding kan ik (Descartes) niet twijfelen: het feit dat hij twijfelde
  • De activiteit 'twijfelen' vereist 'nadenken' en dus moet er 'iets zijn' dat kan nadenken.

Slide 10 - Slide

Oefeningen
  • 3 argumenten herkennen in tekst (opdracht 2 pp 10)
  • Verschil tussen intuïtie in dagelijkse betekenis en intuïtie volgens Descartes (opdracht 3 pp 11)
  • eerste zekerheid omzetten in modus ponens (propositionele redeneervorm: als A dan B. A is en dus B ook) (opdracht 4 pp 12)

Slide 11 - Slide

Wat bedoelt Descartes met 'intuïtie'?
A
Een onbewuste waarneming zonder redenering.
B
Een directe en onmiddellijke kennis van waarheden.
C
Een subjectieve interpretatie van ervaringen.
D
Een rationele afleiding op basis van logica.

Slide 12 - Quiz

Hoe heb je volgens Descartes toegang tot zekerheden/waarheden?
A
Door blindelings te vertrouwen op je intuïtie.
B
Door logica (verstand) te gebruiken
C
Door het geloven in alles wat anderen zeggen.
D
Door het waar te nemen met je zintuigen

Slide 13 - Quiz