Hoofdstuk 26 - Te vroeg!

• NT2
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 1

Hoofdstuk 26 - Te vroeg! 

Lezen

Lees de tekst.

Ken je een woord niet? Zoek het op!

Zoek niet de hele zin op!

Probeer zelf te lezen, niet met Google Translate.

Schrijf nieuwe woorden op! 

Lees de tekst

Paula staat voor de kledingwinkel. 

Ze wil de deur open doen.

Maar wat is dat?

De deur is dicht!

De winkel is gesloten. 

Paula kijkt op haar horloge. 

Het is kwart voor tien 's morgens.

Hoe laat gaat de winkel open?

Hoe laat is Paula bij de winkel?
Schrijf de digitale tijd.

Paula is te vroeg bij de winkel.

1. waar
2. niet waar

De winkel is dicht

1. waar
2. niet waar

Lees de tekst

Paula leest de openingstijden op het raam. 

De winkel gaat om 10:00 uur open. 

Ze is een kwartier te vroeg. 

Paula kijkt door het raam. 

Ze ziet veel leuke kleren. 

Paula kijkt nog een keer op haar horloge.

Het is vijf voor tien. 

Hoe laat gaat de winkel open?

1. tien uur 's ochtends
2. tien uur 's middags
3. tien uur 's avonds
4. tien uur 's nachts

Paula is te vroeg.
Hoeveel minuten?

Hoeveel minuten wacht Paula voor de winkel?

Paula kijkt naar de kleren

1. waar
2. niet waar

Lees de tekst

In de winkel loopt een verkoper. 

De verkoper ziet Paula. 

Hij maakt de deur open en zegt:

'Komt u maar binnen, mevrouw!

Vijf minuten eerder is geen probleem.'

Paula lacht.

'Dank u wel.'

In de winkel lopen mensen.

1. waar
2. niet waar

Paula moet wachten tot 10 uur

1. waar
2. niet waar

Lees de tekst

De verkoper vraagt: 'Kan ik u helpen?'

'Ja,' zegt Paula, 'ik zoek een mooie jurk.'

'Welke maat heeft u?' vraagt de verkoper. 

'Maat 83,' zegt Paula. 

'Maat 83?!' De verkoper lacht. 'Dat is een grote maat!'

Paula is een beetje rood. 

'O ... niet maat 83,' zegt ze. 'Maat 38.'

Stomme Nederlandse getallen, denkt ze. 

Wat vraagt de verkoper eerst?

Paula heeft een grote maat

1. waar
2. niet waar

Wat is jouw kledingmaat?

Paula vindt de Nederlandse getallen makkelijk

1. waar
2. niet waar