This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Anatomie
Bewegingsstelsel
Spieren
Periode 2
Week 2
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
De student kan:
de ligging, bouw, functie, werking van het spierstelsel uitleggen.
uitleggen wat agonisten, synergisten en antagonisten zijn.
van de belangrijkste spieren de Latijnse en Nederlandse benaming geven en aanwijzen waar deze liggen in het lichaam: M. biceps, triceps, deltoïdeus, gluteus maximus, quadriceps, biceps femoris.
de drie typen spierweefsel benoemen, te weten dwarsgestreept (skeletspieren/willekeurige spieren), glad (onwillekeurige spieren) en hartspierweefsel, en kan het verschil in bouw en functie daartussen uitleggen..
Slide 2 - Slide
timer
2:00
Welke functies hebben spieren?
Slide 3 - Mind map
Functies
Beweging
Handhaven van de lichaamshouding
Ondersteuning / stevigheid
Bescherming
Warmteproductie
Afsluiting
Slide 4 - Slide
Bouw
Uit welke onderdelen bestaat een spier?
Slide 5 - Slide
Werking
Hoe werkt een spier?
Wat is contractie?
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Spieren
Wat zijn:
synergisten?
antagonisten?
Slide 8 - Slide
Quiz
Er volgen nu een aantal quizvragen over de bouw, functie en werking van spieren.
Let op: je hebt beperkt de tijd om elke quizvraag te beantwoorden
Slide 9 - Slide
Met welk onderdeel zit de spier vast aan het bot?
A
de spierbuik
B
de myofibril
C
de spierbundel
D
de pees
Slide 10 - Quiz
De Latijnse benaming voor spier is:
A
Os
B
Musculus
C
Tendo
D
Ligamentum
Slide 11 - Quiz
Samentrekken van een spier noemen we:
A
abductie
B
extractie
C
contractie
D
constrictie
Slide 12 - Quiz
In de myofibrillen (spierfibrillen) zitten de eiwitten:
A
actine en fibrine
B
pepsine en myosine
C
actine en myosine
D
trombine en fibrine
Slide 13 - Quiz
Bij contractie van de quadriceps:
A
strekt je knie
B
buigt je arm
C
strekt je rug
D
buigt je wijsvinger
Slide 14 - Quiz
Wat is een agonist?
A
De spier die het meest verant-woordelijk is voor het maken van de beweging, die de grootste bijdrage levert
B
een bundel spiervezels
C
een van de eiwitten in de spierfibrillen
D
Een spier die slechts een kleine bijdrage levert aan een beweging
Slide 15 - Quiz
Ontspanning van een spier noemen we:
A
Contractie
B
Extensie
C
Relaxatie
D
Flexie
Slide 16 - Quiz
Spieren
Leerdoel 3:
van de belangrijkste spieren de Latijnse en Nederlandse benaming geven en aanwijzen waar deze liggen in het lichaam: M. biceps, triceps, deltoïdeus, gluteus maximus, quadriceps, biceps femoris.
--> sleepvraag
Slide 17 - Slide
1
2
3
4
5
6
Slide 18 - Drag question
Soorten spierweefsel
Nu volgt er een sleepvraag over de verschillende soorten spierweefsel
Slide 19 - Slide
Glad spierweefsel
Hart-
spierweefsel
Dwarsgestreept
spierweefsel
Willekeurig
Onwillekeurig
Onwillekeurig
Slide 20 - Drag question
Soorten spierweefsel
3 typen spierweefsel
verschillen
Slide 21 - Slide
Afsluiting
Vragen?
Nog doen: Werk de leerdoelen van week 2 uit Gebruik hierbij de ingesproken PowerPoint (college bewegingsstelsel Spieren) en deze module uit ExpertCollege: