Trainingskunde LE 4.2 Les 7 10-1-22

Trainingskunde 4.2
1 / 50
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Trainingskunde 4.2

Slide 1 - Slide

Doel van de les
Zorgen dat alle kennis aanwezig is van LE 4.2

Slide 2 - Slide

Inhoud
  • Herhaling lesstof
  • Herhaling Assen/ Vlakken
  • Herhaling spieren
  • Herhaling botten
  • Toetsstof  - 4.2 anatomie 

Slide 3 - Slide

M. Biceps Brachii
M. Triceps Brachii
Origo: Beweegt niet
Insertie: Beweegt
Biceps
Origio:
  • Caput brevis: pr. coracoideus
  • Caput Longum: tuberculum supra glenoidale
Insertie:
  • tuberculum radii
Functie:
  • Flexie (agonist)
  • Supinatie (ondersteunend; synergist)
  • Anteflexie (ondersteunend; synergist)
Triceps
Origo:
  • Caput longum: Tuberculum infraglenoidale
  • Caput mediale: Mediaal achterzijde humerus
  • Caput laterale: Lateraal achterzijde humerus
Insertie:
  • Gezamelijke eindpees: Olecranon
Functie:
  • Extensie (agonist)
  • Caput longum:
  • Adductie (ondersteunend; synergist)
  • Retroflexie vanuit een anteflexie stand (synergist)

Slide 4 - Slide

De origo van de spier bevindt zich het verst van het centrum van het lichaam af
timer
0:30
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

We kennen 3 soorten spiercontracties, welke?

Slide 6 - Open question

We kennen  3 soorten spiercontracties:

* Concentrische contractie
* Excentrische contractie
* Statische contractie

Slide 7 - Slide

Hoe noem je een contractie waarbij de spier, kracht levert, terwijl hij verkort?
timer
0:30
A
Concentrisch contractie
B
Excentrische contractie
C
Isometrische contractie
D
Statische contractie

Slide 8 - Quiz

Hoe noem je een contractie waarbij de spier, kracht levert, terwijl hij verlengt?
timer
0:30
A
Concentrisch contractie
B
Excentrische contractie
C
Isometrische contractie
D
Statische contractie

Slide 9 - Quiz

Wat is Statische contractie?
timer
0:30
timer
0:30
A
Spier geeft kracht en verlengt
B
Spier geeft kracht en verkort
C
De spier levert wel kracht maar geen beweging
D
Spier loopt over meerdere gewrichten

Slide 10 - Quiz

Agonist Antagonist
De agonist wordt aangespannen en dus korter en dikker.
de antagonist is de spier die een tegengestelde beweging maakt, en dus langer en dunner wordt.
Samenwerkende spieren.......coördinatie

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Agonist en een antagonist 

Agonist= de spier of spiergroep die de beweging inzet ofwel verantwoordelijk is voor de  beweging.

Antagonist= De spieren die de tegenoverliggende beweging maken van de agonist.

Slide 13 - Slide

Welke spieren zijn de agonisten bij het omhoog komen vanuit een squat?
A
Triceps surea
B
Abductoren
C
Quadriceps femoris
D
Hamstrings

Slide 14 - Quiz

Je maakt een Extensie in de art. cubiti, De biceps is een?
timer
0:30
A
agonist
B
antagonist
C
synergist
D
hulpspier

Slide 15 - Quiz

Welke rol heeft de biceps brachii in deze beweging (buigen van art. Cubiti)
timer
0:30
A
Antagonist
B
Agonist
C
Synergist
D
Statisch

Slide 16 - Quiz

Je maakt een abductie in je art. Humeri, je deltoideus is een......
timer
0:30
A
agonist
B
antagonist
C
synergist
D
hulpspier

Slide 17 - Quiz

Sagitale as - frontaalvlak

Slide 18 - Slide

Altijd saggitale as:
Abductie- Adductie 
Inversie- Eversie
Lateroflexie

Slide 19 - Slide

Transversale as- sagitale vlak

Slide 20 - Slide

Altijd transversale as:
Flexie -Extensie 
Dorsaal flexie - Plantair/ palmair flexie
Anteflexie- Retroflexie



Slide 21 - Slide

longitudinale as - transversale vlak

Slide 22 - Slide

Altijd Longitudinaal as
Rotatie 
Pronatie - Supinatie
Exorotatie- Endorotatie 

Slide 23 - Slide

Longitudinale as
Sagittale as
Transversale as

Slide 24 - Slide

Bewegingen schouder en heupgewicht 

Anteflexie
Retroflexie
Abductie
Adductie
Exorotatie
Endorotatie

Om welke as?


Transversale as
Transversale as
Sagitale as
Sagitale as
Longitudinale as
Longitudinale as

Slide 25 - Slide

De sagittale as zit loodrecht op het ……………………..…..…………….vlak.
A
Frontale
B
Transversaal
C
Sagitaal

Slide 26 - Quiz

Welke beweging
Om de longitudinale as in het art. Humeri:
A
Flexie
B
Pronatie
C
Exorotatie
D
Abductie

Slide 27 - Quiz

De transversale as zit loodrecht op het ……………………..…..…………….vlak.
A
Frontale
B
Transversaal
C
Sagitaal

Slide 28 - Quiz

Welke beweging
Om de transversale as in het art. Cubiti
A
Flexie
B
Pronatie
C
Exorotatie
D
Abductie

Slide 29 - Quiz

Welke bewegingsassen
Zijwaarts naar buiten heffen in art. Humeri:
A
Longitudinaal
B
Transversaal
C
Sagitaal

Slide 30 - Quiz

Welke bewegingsassen
Strekking van het art. Genus
A
Longitudinaal
B
Transversaal
C
Sagitaal

Slide 31 - Quiz

Welke bewegingsassen
Naar binnen roteren in het art. Coxae
A
Longitudinaal
B
Transversaal
C
Sagitaal

Slide 32 - Quiz

Arm of been zijwaarts naar buiten noemen we:
A
Abductie
B
Adductie
C
Endorotatie
D
Exorotatie

Slide 33 - Quiz

Welke beweging
Om de sagittale as in het art. Humeri:
A
Flexie
B
Extensie
C
Exorotatie
D
Abductie

Slide 34 - Quiz

De longitudinale as zit loodrecht op het ……………………………….……………………….vlak.
A
Frontale
B
Transversaal
C
Sagitaal

Slide 35 - Quiz

Welke bewegingsassen
Voorwaarts heffen van het art. Humeri:
A
Longitudinaal
B
Transversaal
C
Sagitaal

Slide 36 - Quiz

Welke beweging
Om de transversale as in het art. Coxae:
A
Pronatie
B
Abductie
C
Anteflexie
D
Abductie

Slide 37 - Quiz

Welke bewegingsassen
Buiging in het art. Cubiti:
A
Longitudinaal
B
Transversaal
C
Sagitaal

Slide 38 - Quiz

Pectoralis Major
M. Rectus Abdominis
M. Biceps Brachii
M. Quadriceps
M. Gastrocnemius
M. Triceps Brachii
M. Trapezius
M. Latissimus Dorsi
M. Gluteus Maximus

Slide 39 - Drag question

M. Biceps Brachi
M. Deltoideus
M. Obliquus Externus Abdominis
M. Latissimus Dorsi
M. Triceps Brachii
M. Trapezius
M. Serratus Anterior
M. Rectus Abdominis
M. Pectoralis Major

Slide 40 - Drag question

De Quadriceps femoris bestaat uit 4 spieren. Dit zijn:
A
M. Hamstring Vastus medialis Vastus Lateralis Vastus intermedialis
B
M. Biceps Femoris Vastus medialis Vastus Lateralis Vastus intermedialis
C
Rectus femoris Vastus medialis Vastus Lateralis Vastus intermedialis
D
M. Gastrocnemius Rectus femoris Vastus medialis Vastus Lateralis

Slide 41 - Quiz

de quadriceps bestaat uit vier agonisten

Slide 42 - Slide

Welke spier maakt Abductie in Art. Humeri?
A
M. Biceps Brachii
B
M. Sartorius
C
M. Teres major
D
M. Deltoïdeus

Slide 43 - Quiz

Een sporter doet pull-up aan een bar (optrekken) welke spieren gebruikt hij NIET bij uitvoering van deze beweging?
A
M. Latissimus Dorsi
B
M. Trapezius
C
M. Biceps Brachii
D
M. Errector Spinea

Slide 44 - Quiz

De spier die je ziet op dit plaatje is?
A
seratus anterior
B
M. Rectus Abdominus
C
M. Pectoralis minor
D
M. Obliquus abdominus externus

Slide 45 - Quiz

Wat hoort bij elkaar?
SpierTonus
verlate spierpijn na 24-48uur
Antogonisten
Spieren met een tegengestelde werking
Mate van spanning in de spieren
kleine scheurtjes die onstaan in de spieren

Slide 46 - Drag question

Doel van de les:
Zorgen dat alle kennis aanwezig is van LE 4.2
A
Behaald
B
Niet behaald

Slide 47 - Quiz

Vragen?

Slide 48 - Slide

opdrachten
Zorgen dat alle kennis aanwezig is van LE 4.2
Maak alle opdrachten van trainingskunde --> 
zie teams "oude opdrachten" 
zorg dat je het snapt 

Slide 49 - Slide

Botten raden

Slide 50 - Slide