Deelvraag 5 Door welke oorzaken viel het Karolingische rijk uiteen?
Blz 84 en 85.
1 / 27
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Par 4.5 Op het kasteel
Deelvraag 5 Door welke oorzaken viel het Karolingische rijk uiteen?
Blz 84 en 85.
Slide 1 - Slide
Een keizer met alure
Karel de Grote deed zijn best om de Romeinse en Byzantijnse keizers te imiteren.
- Nieuwe wetten maken.
- ''zendgraven''.
- nieuwe zilvermunten.
- Geleerden komen naar zijn hof.
- Scholen.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Is dit een directe of indirecte bron?
Troon van Karel de Grote in Aken, foto uit 2016.
A
Een directe bron, want deze troon komt uit de tijd van Karel de Grote.
B
Een indirecte bron, want deze foto is niet gemaakt in de tijd van Karel de Grote.
C
Een directe bron, want deze foto komt uit de tijd van Karel de Grote.
D
Een indirecte bron, want deze troon is veel later gemaakt dan de tijd van Karel de Grote.
Slide 6 - Quiz
Karel de Grote verbleef het grootste gedeelte van zijn leven in Aken.
A
GOED
B
FOUT
Slide 7 - Quiz
Stel, je doet onderzoek naar de kroning van Karel de Grote in het jaar 800. Welke van de onderstaande informatiebronnen is dan bruikbaar?
A
Een brief van de vader van Karel de Grote uit 782
B
Een plattegrond van het paleis van Aken
C
Een biografie over Karel de Grote
D
Een afbeelding van Karel en zijn vrouw en kind
Slide 8 - Quiz
Het rijk valt uiteen
In 814 stierf Karel de Grote. Er werd ruzie gemaakt over de verdeling van het rijk. Het rijk werd verdeeld in drie stukken.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Nieuwe invallers
De Noormannen vielen dorpen aan langs de kust. Zij plunderden Noordwest-Europa.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Waarom vielen de Noormannen Dorestad aan?
A
Het lag aan zee en er vond veel handel plaats.
B
Het lag aan een rivier en er was veel handel.
C
Er waren veel kloosters en goede wegen.
D
Er woonden Saksen en was goed bereikbaar.
Slide 18 - Quiz
Waren de Noormannen christelijk?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quiz
Binnenvallende Noormannen
Hedsjra van Mohammed
Rijk van Karel de Grote
Doop van Koning Clovis
Hofstelsel
Slide 20 - Drag question
Na verloop van tijd vielen de Noormannen minder aan. Wat was daarvan GEEN reden?
A
Veel Noormannen bleven in het veroverd gebied wonen.
B
Veel Franken namen het geloof van de Noormannen over.
C
Er werden vredesverdragen getekend.
D
De Noormannen kregen grond in leen.
Slide 21 - Quiz
Groeiende chaos
De opvolgers van Karel waren zwakke koningen. Hierdoor gingen graven en hertogen hun eigen gebied zelf besturen.
Zij namen als leenheer eigen leenmannen in dienst. De koning kreeg hierdoor minder grip op zijn rijk.
Slide 22 - Slide
Het kasteel
Er bestonden ook roofridders. Dit waren ridders die zich niet meer aansloten bij het leger van de koning. De uitvalsbasis voor de ridders was het kasteel.
Slide 23 - Slide
Kastelen uit de Late middeleeuwen zijn van steen. In deze onveilige tijd waren kastelen hard nodig. Boeren konden naar het kasteel gaan voor bescherming. Maar reizigers moesten vaak tol betalen.