In de voorliggende periode hebben jullie twee betogen geschreven. Benoem in het woordweb op de volgende dia de onderdelen van een betoog en waar je allemaal op moet letten bij het schrijven van een betoog.
1 / 12
next
Slide 1: Open question
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.
Items in this lesson
In de voorliggende periode hebben jullie twee betogen geschreven. Benoem in het woordweb op de volgende dia de onderdelen van een betoog en waar je allemaal op moet letten bij het schrijven van een betoog.
Slide 1 - Open question
betoog schrijven
Slide 2 - Mind map
Lees tekst 3 'Ban de barbecue uit het Vondelpark' op pagina 150 van de examenbundel en maak de vragen.
Slide 3 - Open question
Wat is de relatie tussen alinea 1 en 2? Alinea 2
A
bevat een toelichting bij de algemene uitspraak in alinea 1
B
geeft een oorzaak voor het gevolg in alinea 1
C
noemt een middel voor het doel in alinea 1
D
schetst een oplossing voor het probleem in alinea 1
Slide 4 - Quiz
In alinea 2 tot en met 6 is er sprake van een nevenschikkende argumentatie-structuur met drie argumenten. Geef onder elkaar aan: Standpunt: .... / Argument 1: ..... / Argument 2: .... / Argument 3: ...... Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik niet meer dan 40 woorden.
Slide 5 - Open question
'Daarom is een barbecueverbod geen symboolpolitiek.' (regel 70-71) Leg uit waarom het geen symboolpolitiek zou zijn. Baseer je antwoord op alinea 7. Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 20 woorden.
Slide 6 - Open question
Lees tekst 4 'Samen het park opruimen is een beter idee' op pagina 152 van de examenbundel en maak de vragen.
Slide 7 - Open question
Formuleer het centrale standpunt van tekst 4 in eigen woorden. Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 15 woorden.
Slide 8 - Open question
Je hebt het centrale standpunt van tekst 4 zojuist benoemd. Op welke manier wil de auteur van deze ingezonden brief, Martijn Hoffmans, zijn doel bereiken?
Slide 9 - Open question
LET OP: de volgende twee vragen hebben betrekking op beide teksten!
In alinea 5 van tekst 3 wordt een probleem gepresenteerd. Citeer het zinsgedeelte uit tekst 4 dat dit probleem probeert te nuanceren.
Slide 10 - Open question
In alinea 6 van tekst 3 wordt gesteld dat er sprake is van een afvalprobleem dat grotendeels door barbecueërs wordt veroorzaakt. In tekst 4 staan twee nuanceringen bij dit probleem. Welke twee nuanceringen zijn dat? Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 35 woorden.
Slide 11 - Open question
SCHRIJFOPDRACHT: Schrijf nu op basis van beide gelezen teksten een betoog van 250-300 woorden, met als standpunt: “In het Vondelpark mag wel/niet gebarbecued worden.” (Keuze aan de leerling).