H3A 3.11.2020

H3A
3.11.2020, 1. Stunde
Grammatik Kapitel 2
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H3A
3.11.2020, 1. Stunde
Grammatik Kapitel 2

Slide 1 - Slide

Zinsontleding - Nederlands
Wat is in de volgende zinnen het onderwerp, lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp?
1. De dierenarts gaf de hond medicijnen. 
2. Heb je mij het huiswerk nog gestuurd?
3. De postbode bracht ons het pakketje. 


Slide 2 - Slide

Zinsontleding - Duits
Wat is in de volgende zinnen het onderwerp, lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp?
1. Hat dein Bruder uns eine Karte geschickt?
2. Wer hat der Lehrerin die Geschichte erzählt?
3. Sie haben uns ein Paket gebracht. 

Slide 3 - Slide

Zinsontleding en naamvallen
1. Het onderwerp staat altijd in de eerste naamval.
2. Het lijdend voorwerp staat altijd in de vierde naamval.
3. Het meewerkend voorwerp staat altijd in de derde naamval.

Schrijf nu bij de zinnen van de vorige dia op, in welke naamval de zinsdelen staan. 

Slide 4 - Slide

Zinsontleding en persoonlijke voornaamwoorden
Leren op het ritme "Vader Jakob" - altijd van boven naar beneden! 

Slide 5 - Slide

Zinsontleding en persoonlijke voornaamwoorden
In de volgende zinnen moet je eerst het zinsdeel en de naamval bepalen (ow, lv, mw). Daarna kijk je in het schema persoonlijke voornaamwoorden, wat er op de puntjes moet staan:

1. (Ik) ... habe (jij) ... einen Brief geschrieben.
2. Hat (zij) ... (hij) ... bekommen?
3. (Wij) ... haben (het) ... (jullie) ... erzählt. 

Slide 6 - Slide

Stappenplan & oefenen
1. Ontleed de zin. Bepaal onderwerp, lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp.
2. Bepaal de naamvallen.
3. Kijk in je schema om het persoonlijk voornaamwoord in de juiste vorm in te vullen. 

Op de volgende dia's komt steeds een vraag. Vul het juiste antwoord via LessonUp.app in.

Slide 7 - Slide

(Ik) brauche einen Kugelschreiber!

Slide 8 - Open question

Kannst du (zij, ev.) das Buch geben?

Slide 9 - Open question

Ich habe (jij) im Wald gesehen.

Slide 10 - Open question

Das hat der Lehrer (jullie) gesagt.

Slide 11 - Open question

Er sucht (wij).

Slide 12 - Open question

Haben (u) heute Zeit?

Slide 13 - Open question

Weiter üben
4e naamval: 20, 21, 22 (S. 66f.)
3e naamval: 25
Door elkaar: 26, 27

Slide 14 - Slide

H3A 2. Stunde
Grammatik, Hören, Hausaufgaben

Slide 15 - Slide

Hörverstehen
Aufgabe 13

Slide 16 - Slide

Wiederholung "zinsontleding"
1. (Hij) braucht (jij).
2. (Wij) haben (het) (zij, mv) erzählt.
3. Wann hat (zij, ev) (u) gesehen?

Slide 17 - Slide

An die Arbeit
Lernen: persoonlijke voornaamwoorden & de regels
Machen: Aufgabe 20, 21, 22, 25, 26, 27
Fertig: Wortschatzaufgaben bis zu 12.

Slide 18 - Slide