H5 Brückenschlag 3

H5
30.11.2021
Brückenschlag 3
1 / 20
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

H5
30.11.2021
Brückenschlag 3

Slide 1 - Slide

Hausaufgaben
Brückenschlag 2 
Fragen?

Slide 2 - Slide

Verben im Präsens & im Präteritum
Regelmäßige Verben
Bestudeer S. 380-381 in je boek

Slide 3 - Slide

Üben
Op de volgende dia's moet je het werkwoord steeds in de tegenwoordige tijd en de verleden tijd invullen. Typ je antwoord als volgt:
studiert - studierte 

Slide 4 - Slide

Warum (machen) Sie schon Pause?

Slide 5 - Open question

Im Juli (öffnen) das Museum erst um 11 Uhr.

Slide 6 - Open question

Alle (antworten) sehr schnell auf die Einladung.

Slide 7 - Open question

Wie lange (atmen) der Mann schon nicht mehr?

Slide 8 - Open question

Fälle
Wat is in de volgende zinnen het onderwerp, lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp? Neem de zinnen over en zet de zinsdelen erbij.

1. Hat dein Bruder uns eine Karte geschickt?
2. Wer hat der Lehrerin die Geschichte erzählt?
3. Sie haben uns ein Paket gebracht. 

Slide 9 - Slide

Fälle
Wat is in de volgende zinnen het onderwerp, lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp? Neem de zinnen over en zet de zinsdelen erbij. onderwerp meewerkend vw lijdend vw

1. Hat dein Bruder uns eine Karte geschickt?
2. Wer hat der Lehrerin die Geschichte erzählt?
3. Sie haben uns ein Paket gebracht. 

Slide 10 - Slide

Zinsontleding en naamvallen
1. Het onderwerp staat altijd in de eerste naamval (Nominativ).
2. Het lijdend voorwerp staat altijd in de vierde naamval (Akkusativ).
3. Het meewerkend voorwerp staat altijd in de derde naamval (Dativ).
Schrijf nu bij de zinnen van de vorige dia op, in welke naamval de zinsdelen staan. 

Slide 11 - Slide

Fälle
Wat is in de volgende zinnen het onderwerp, lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp? Neem de zinnen over en zet de zinsdelen erbij. onderwerp meewerkend vw lijdend vw

1. Hat dein Bruder 1 uns eine Karte 4 geschickt?
2. Wer 1 hat der Lehrerin 3 die Geschichte 4 erzählt?
3. Sie 1 haben uns 3 ein Paket 4 gebracht. 

Slide 12 - Slide

Zinsontleding en persoonlijke voornaamwoorden
Leren op het ritme "Vader Jakob" - altijd van boven naar beneden! 

Slide 13 - Slide

(Ik) brauche einen Kugelschreiber!

Slide 14 - Open question

Kannst du (zij, ev.) das Buch geben?

Slide 15 - Open question

Ich habe (jij) im Wald gesehen.

Slide 16 - Open question

Das hat der Lehrer (jullie) gesagt.

Slide 17 - Open question

Er sucht (wij).

Slide 18 - Open question

Haben (u) heute Zeit?

Slide 19 - Open question

Brückenschlag 3
Selbstständig machen.

Slide 20 - Slide