Het hart is een holle spier. Over het hart lopen
kransslagaders en kransaders. Bloed in de kransslagaders stroomt naar het hart toe. Deze slagaders voorzien het hart van zuurstof en voedingsstoffen voor de hartspier. De kransslagaders zijn aftakkingen van de aorta. Door de kransaders stroomt bloed, dat rijk is aan koolstofdioxide en andere afvalstoffen, weg van de hartspier.
Het hart bestaat uit twee boezems en twee kamers. De harttussenwand vormt de scheiding tussen de linkerhelft en de rechterhelft van het hart. Het zuurstofarme bloed dat van de organen in het hoofd en van de armen afkomt stroomt het hart binnen via de bovenste holle ader. Het zuurstofarme bloed dat van de organen in de romp en van de benen afkomt, stroomt het hart binnen via de onderste holle ader.
Beide holle aders monden uit in de rechterboezem. Van de rechterboezem stroomt het bloed naar de rechterkamer. De rechterkamer pompt het bloed inde longslagader. In de longen wordt het bloed zuurstofrijk.