This lesson contains 36 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Boekingsstukken
Dit zijn bewijsstukken van financiële feiten.
Rekening of factuur bij aankoop
Dagafschrift van de bank
Rekening of factuur bij verkoop
Kasbewijs
Slide 1 - Slide
Financiële feiten verwerk je in een vierstappenplan
Stap 1:
Beantwoorden van 4 vragen
Stap 2:
Stap 1 verwerken in een schema
Stap 3:
Nieuwe balans maken
Stap 4:
Controleer de balans op evenwicht.
Slide 2 - Slide
Stap 1!
Wat voor financieel feit is het? (Denk aan inkoop, verkoop, hoe wordt betaald, aan wie betaal je?)
Om welk bedrag gaat het?
Welke balansrekeningen veranderen?
Hoe ziet de nieuwe balans eruit?
Slide 3 - Slide
Stap 2: vul dit schema in
Slide 4 - Slide
Stap 3 en 4
Stap 3: verwerk de gegevens van stap 2 in je balans
Stap 4: controleer of je balans nog in balans is
Slide 5 - Slide
Administreren bij inkoop
Wanneer je inkoopt bv. voorraad goederen of inventaris, ontvang je een rekening. Dit noemen we een factuur of nota. Hoe boek je dit in?
Door naar een voorbeeld!
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Administreren bij verkoop
Bij verkoop maak je zelf een factuur. Hier maak je altijd een kopie van!
Eentje voor jou en eentje voor de klant.
Slide 11 - Slide
Verkoopfactuur
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Kosten per bank
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Je kan ook inkopen of verkopen via de kas
Bij inkoop:
Je krijgt een kwitantie of kasstuk = een bewijs dat je hebt betaald.
Bij verkoop:
Alle contante verkopen worden bij elkaar opgeteld
X-bon: tussendoor kijken in de kassa
Z-bon: overzicht met alle verkopen via de kas (eens per dag, week of maand)
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Je kan ook inkopen of verkopen via de bank
Bewijs hiervan is een bankafschrift of dagafschrift.
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Afschrijvingskosten
Duurzame productiemiddelen worden minder waard. Zo was deze bedrijfsauto hiernaast in 2015 nog €20.000 waard en nu nog maar €5.000.
Wat is de afschrijving?
Slide 22 - Slide
Memostuk
Voor afschrijvingen maak je zelf een intern boekingsdocument. Dit noemen we ook wel memoriaalstuk, zoals hiernaast!
Laten we deze door het vierstappenplan halen!
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Winst-en-verliesrekening
Ook wel resultatenrekening genoemd
Geeft inzicht in de kosten en opbrengsten van een onderneming én of er winst of verlies is gemaakt in een periode
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Video
Winst-en-verliesrekening
Als de winst-en-verliesrekening in balansvorm wordt opgesteld dan moet totaalbedrag debet- en creditzijde in balans zijn
Bereken het totaalbedrag van beide kanten. Bereken het verschil tussen beide kanten dit is winst of verlies. Voeg de post winst of verlies toe met het berekende verschil
Opbrengsten > kosten = winst
Kosten > opbrengsten = verlies
Slide 28 - Slide
W-e-v in paginavorm
Slide 29 - Slide
Zelfstudie
Lees op pagina 59 en 60 over begrippen als:
Offertes
Orders of bestellingen
Orderbevestiging
Pakbon
Aanmaning of betalingsherinnering
Slide 30 - Slide
Verkoop administreren
Je maakt zelf een factuur
Je vermeld hier een factuurnummer op.
Je hebt te maken met debiteuren en dus ook inkomsten
Slide 31 - Slide
Stappenplan
Stap 1
Wat voor financieel feit?
Een verkoop
Op rekening
aan debiteur Gijbert
Welk bedrag?
€ 745,00
Wat veranderd er op de balans?
Debiteuren neemt toe met €745,00
voorraad goederen neemt af met ....
Wat is het resterende bedrag?
Brutowinst!! 745 - 625 = €120 extra Eigen Vermogen
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Kosten per bank betalen
Welke kosten heeft een bedrijf?
- Energiekosten
- Internet/telefoon kosten
- Personeelskosten
- Onderhoudskosten etc.
Slide 34 - Slide
Finaciele feiten
Stap 1
Wat voor financieel feit?
2 uitgaven
per bank
aan Electric Energy en KPN
Welk bedrag?
€200 en €110
Wat veranderd er op de balans?
Door betaling neemt schuld bij ING toe met €310
Welke rekening veranderd nog meer?
Eigen vermogen neemt af met €310 (is ook logisch want het zijn kosten)