Grammatica pv tm bwb

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom bij OL 2 

Grammatica - zinsontleding

Grammatica - lastig?

😒🙁😐🙂😃

Wat gaan we doen?

o, wwg, lv, mv en  bwb  behandelen

Leerdoelen

- Ik kan de persoonsvorm van een enkelvoudige zin benoemen

- Ik kan het onderwerp van een enkelvoudige zin benoemen

- Ik kan het wwg van een enkelvoudige zin benoemen

- Ik kan het lijdend voorwerp van een enkelvoudige zin benoemen

- Ik kan het meewerkend voorwerp van een enkelvoudige zin benoemen.

- Ik kan de bijwoordelijke bepalingen in een enkelvoudige zin benoemen.

Wat weet je nog?

We beginnen met de persoonsvorm....

Welke manieren om de persoonsvorm te vinden mag je gebruiken?

1. Getalproef
2. Vraagzin
3. Tijdsproef
4. Zin ombouwen

Waarom mag je de vraagzin niet gebruiken?

Onderwerp

Stel de volgende vraag:

Wie of wat + pv?

Mijn vader en mijn moeder vinden dat ik te weinig leer. 

Waar bestaat het werkwoordelijk gezegde uit?

Welke vraag stel je als je het lijdend voorwerp zoekt?

Lijdend voorwerp

Stel de volgende vraag:

wie of wat + wg + onderwerp

Mijn docent eet graag een boterham met kaas in de ochtend.
(Zoek het lijdend voorwerp)

Op 14 februari geef ik mijn man altijd een bos rozen.
(Wat is het lijdend voorwerp?)

Welke vraag stel je om het meewerkend voorwerp te vinden?

Meewerkend voorwerp

Aan wie/voor wie + wwg + onderwerp + lv?

Op 14 februari geef ik mijn man altijd een bos rozen.
(Wat is het meewerkend voorwerp?)

Hoeveel bijwoordelijke bepalingen kunnen er in een zin zitten?

Stencil maken