Het is een parallellogram, dus de hoeken tegenover elkaar zijn even groot. Hoek B is dus net zo groot als hoek D, dus ook 59⁰.
In totaal zijn de hoeken 360⁰, dus voor hoek A en C bijft nog: 360 - 59 - 59 = 242⁰ over. Ook hoek A en C zijn even groot, dus 242 : 2 = 121⁰