This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Longventilatie
Slide 1 - Slide
Terugblik...
Slide 2 - Slide
Waar geldt de volgende reactievergelijking: Hb + O2 HbO2
A
In je longen
B
In je spieren
Slide 3 - Quiz
Als zuurstof van de lucht in je longen naar je bloed diffundeert, waar is er een hogere pO2?
A
In de lucht in je longen
B
In het bloed
C
De pO2 is gelijk
Slide 4 - Quiz
Hoe heet het bloedvat vanaf de longen naar het hart?
A
aorta
B
longslagader
C
longader
D
holle ader
Slide 5 - Quiz
Leerdoelen:
Je kunt uitleggen op welke wijze longventilatie tot stand komt.
Je kunt beschrijven hoe het longvolume verandert tijdens ventilatiebewegingen.
Je kunt beschrijven hoe de ademfrequentie wordt geregeld.
Slide 6 - Slide
Borstholte
Slide 7 - Slide
Buitenste tussenribspieren spannen zich aan
Binnenste tussenribspieren spannen zich alleen aan bij diepe uitademing, anders = passief
Slide 8 - Slide
Borstademhaling
Slide 9 - Slide
Borstademhaling
Slide 10 - Slide
De borstademhaling begint met
A
samentrekken tussenribspieren
B
samentrekken middenrif
C
luchtdruk daling in de longen
D
vergroting van de longen
Slide 11 - Quiz
Aan het begin van een inademing is de druk in de longen......dan de buitenlucht
A
groter
B
gelijk
C
kleiner
Slide 12 - Quiz
Luchtdrukdaling in de longen kan worden veroorzaakt worden door...
A
samentrekken middenrif
B
veerkracht van longweefsel
C
samentrekken buikspieren
D
ontspanning borstspieren
Slide 13 - Quiz
Buikademhaling
Slide 14 - Slide
Buikademhaling
Slide 15 - Slide
Buikademhaling
Slide 16 - Slide
https:
Slide 17 - Link
Een turnster hangt ondersteboven aan een rekstok.
Bij bepaalde adembewegingen gebruikt zij in deze houding meer energie dan wanneer zij normaal rechtop staat. Welke adembewegingen kosten in deze houding meer energie dan wanneer zij normaal rechtop staat en even frequent ademt?
A
inademing bij zowel de rib- als de middenrifademhaling
B
inademing bij de ribademhaling en uitademing bij de middenrifademhaling
C
uitademing bij de ribademhaling en inademing bij de middenrifademhaling
D
uitademing bij zowel de rib- als de middenrifademhaling
Slide 18 - Quiz
Ademhaling regelen
Via koolstofdioxidezintuigcellen in bloedvaten
Impulsen naar ademcentrum in hersenen
Hersenen sturen signalen naar tussenribspieren en middenrifspieren
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Waar wordt de ademhaling geregeld?
A
Door het hartritme
B
In de longen
C
Door de O2 en CO2 uitwisseling
D
In het ademcentrum in de hersenstam
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Slide
Ademvolume Binas 83B
Slide 24 - Slide
1
5
6
7
Vitale capaciteit
Ademvolume
Restvolume
Longvolume
Slide 25 - Drag question
Hoeveelheid lucht die bij een rustige ademhaling wordt in- of uitgeademd
Hoeveelheid lucht die je extra kunt inademen bij diepe inademing
Deel van je ademhalingsstelsel waarvan de lucht niet de longblaasjes bereikt (ongeveer 150ml)
Hoeveelheid lucht die je extra kunt uitademen bij diepe uitademing
Hoeveelheid lucht die in de longen achterblijft na zo diep mogelijke uitademing
Hoeveelheid lucht die maximaal per ademhaling kan worden in- of uitgeademd
Totale inhoud van de longen
Vitale capaciteit
Inspiratoir reservevolum
Ademvolume
Restvolume
Expiratoir reservevolume
Dode ruimte
Longvolume
Slide 26 - Drag question
In welk traject hebben de binnenste tussenribspieren bijgedragen aan de ademhalingsbeweging?