3H_Chapitre 1_Bilan

Chapitre 1
Bilan
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Chapitre 1
Bilan

Slide 1 - Slide

Noem een paar Franse bijvoeglijke naamwoorden op die je kent

Slide 2 - Mind map

De meeste bijvoeglijke naamwoorden staan _______ het zelfstandig naamwoord.
A
voor
B
achter

Slide 3 - Quiz

Het bijvoeglijk naamwoord
 Het bijvoeglijk naamwoord past zich aan op het zelfstandig naamwoord. 
Enk
Mv
Man
-
s
vrouw
e
es

Slide 4 - Slide

Intéressant
Beau
Nouveau
Bleu
Petite
Voor het zelfstandig naamwoord
Achter het zelfstandig naamwoord

Slide 5 - Drag question

Vrouwelijke vorm (meervoud) van délicieux
A
délicieux
B
délicieuses
C
délicieuss
D
délicieuse

Slide 6 - Quiz

Mannelijk (enkelvoud) van het woord; sportif
A
sportif
B
sportives
C
sportifs
D
sportive

Slide 7 - Quiz

Een goed boek
A
Un bon livre
B
Une bonne livre
C
Une livre bonne
D
Un livre bon

Slide 8 - Quiz

Een gevaarlijke weg
A
Une route dangereux
B
Une route dangereuses
C
une route dangereuse
D
une dangereuse route

Slide 9 - Quiz

Een mooi meisje
A
Une fille belle
B
Une bel fille
C
Une fille bele
D
Une belle fille

Slide 10 - Quiz

Wat is juist?
A
Elle est italien
B
Elle est italienne
C
Elle est italiens
D
Elle est italiennes

Slide 11 - Quiz

Wat is juist?
A
Un français garcon
B
Un garcon français
C

Slide 12 - Quiz

Kies de goede vorm van het ww.
Paul (attendre, présent) ses parents.
A
attends
B
attend
C
attendons
D
attendent

Slide 13 - Quiz

Kies de goede vorm van het ww.
Vous (répondre, présent) au mail.
A
réponds
B
réponds
C
répondons
D
répondez

Slide 14 - Quiz

Zet in de juiste vorm.
Tu (répondre, passé composé)

Slide 15 - Open question

Zet in de juiste vorm.
Vous (perdre, passé composé).

Slide 16 - Open question

Cherchez l'intrus
A
la photo
B
le message
C
la réaction
D
l'addition

Slide 17 - Quiz

Cherchez l'intrus
A
devant
B
derrière
C
grâce à
D
près de

Slide 18 - Quiz

Cherchez l'intrus
A
marrant
B
souvent
C
intelligent
D
paresseux

Slide 19 - Quiz

Cherchez l'intrus
A
pourtant
B
l'or
C
l'argent
D
cher

Slide 20 - Quiz

Réponds aux questions en français:
Wie is je beste vriend(in)?

Slide 21 - Open question

Wanneer heb je hem/haar ontmoet?

Slide 22 - Open question

Ik weet wat ik (nog) moet leren voor de toetsweek.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Au travail! Préparation de l'examen
Online: BILAN + Slim Stampen

Extra oefenen: Le Pont, Chapitre 4 (vanaf p. 131)
Exercice 1 + 2 + 4 + 5

Slide 24 - Slide