Taalcompleet A1 Thema Vrije tijd

Thema Vrije Tijd
Wat is vrije tijd?

Wat doe jij in je vrije tijd?
1 / 55
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 55 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Thema Vrije Tijd
Wat is vrije tijd?

Wat doe jij in je vrije tijd?

Slide 1 - Slide

8.1  De boerderij

Pak je boek op bladzijde 266.


Slide 2 - Slide

de woorden

Slide 3 - Slide

Opdracht
Lees de tekst nog een keer.

Maak opdracht 2, 3 en 4

Slide 4 - Slide

Meervoud
het paard - de paarden
de kat  - de katten
de boerderij - de boerderijen
de hond  - de honden
het schaap - de schapen
het dier  - de dieren

het varken - de varkens
de koe - de koeien

Slide 5 - Slide

Opdracht
Weet je het meervoud nog?

Maak opdracht  7 en 8

Slide 6 - Slide

oefening 9
Praten en tekenen

Weet jij welk dier ik teken??

Slide 7 - Slide

Opdracht
Weet je de woorden nog?

Maak opdracht 14, 15 en 16

Slide 8 - Slide

Diglin woordenboek
Oefen de woorden in Diglin   


Oefen de woorden ook in Quizlet

Slide 9 - Slide

8.3 Voetbalclub
Lees het schema.
Maak vraag 18, 19, 20 en 21.

Leer de woorden!!

Slide 10 - Slide

8.3 Voetbalclub
Lees het schema nog een keer.

Maak vraag 22, 23 en 24.

Leer de woorden!!

Slide 11 - Slide

8.4 Zinnen maken
Hoofdzinnen in het Nederlands.

Ik            ga          zaterdag                           sporten.
Hij          gaat      zaterdag                            sporten.
Ziad       wil                          koffie                 drinken.
Floor      kan                       heel goed         voetballen.

Slide 12 - Slide

8.4 Voetbalclub

Maak vraag 26. 
Je hebt 5 minuten!

Samen met je buurman oefen je vraag 27.

timer
5:00

Slide 13 - Slide

8.4 Voetbalclub

Ga verder met vraag 29 en 30.
Ben je klaar? Vraag dan het werkblad 8.4b

Je hebt 20 minuten.
timer
20:00

Slide 14 - Slide

8.5      mijn hobby

Slide 15 - Slide

8.8 Wat doe jij in het weekend?
Meriam is 23 jaar. Zij vertelt:
Ik ga op bezoek bij mijn oma.
We drinken dan samen koffie.
En we gaan soms uit eten in een restaurant.
We praten over onze familie.
We praten over mijn werk.
Het is altijd gezellig.
Meriam

Slide 16 - Slide

Paresh
Ik houd van muziek en van zingen.
Ik zing vaak Nederlandse liedjes.
Ik luister ook graag naar de radio.
Ik ga op zaterdag vaak naar een concert.
Ik ga dan samen met mijn vrienden.
We houden van dezelfde muziek.

Paresh

Slide 17 - Slide

Rianne
Mijn werk is erg druk.
Ik moet ook vaak in het weekend werken.
Als ik vrij ben, ga ik graag een dagje weg.
Bijvoorbeeld naar een museum.
Of ik ga naar de zee.
Ik loop dan met mijn hond over het strand.
Dat vind ik heel fijn.
Rianne

Slide 18 - Slide

de zee
A
B
C
D

Slide 19 - Quiz

het concert
A
B
C
D

Slide 20 - Quiz

het restaurant
A
B
C
D

Slide 21 - Quiz

het museum
A
B
C
D

Slide 22 - Quiz

zingen
A
B
C
D

Slide 23 - Quiz

luisteren
A
B
C
D

Slide 24 - Quiz

op bezoek gaan
A
B
C
D

Slide 25 - Quiz

lopen
A
B
C
D

Slide 26 - Quiz

samen
A
B
C
D

Slide 27 - Quiz

de radio
A
B
C
D

Slide 28 - Quiz

blij
A
B
C
D

Slide 29 - Quiz

alleen
A
B
C
D

Slide 30 - Quiz

Opdrachten
Pak je mapje en maak de opdrachten:
57, 58, 59, 60 en 62.

Heb je de opdrachten klaar? 
Maak dan de woordzoeker.

Slide 31 - Slide

8.9 Grammatica  
een - geen

Slide 32 - Slide

8.9 Grammatica  

Slide 33 - Slide

Ik lust ... pannenkoeken.
A
niet
B
geen

Slide 34 - Quiz

Ik heb mijn huiswerk ... gemaakt.
A
geen
B
niet

Slide 35 - Quiz

Dit is ... kabouter.
A
geen
B
niet
C
een

Slide 36 - Quiz

Dit is ... boek.
A
geen
B
niet
C
een

Slide 37 - Quiz

Dit is ... boek.
A
geen
B
niet
C
een

Slide 38 - Quiz

Ik zie ... jongen.
A
geen
B
niet
C
een

Slide 39 - Quiz

Ik zie ... auto.
A
geen
B
niet
C
een

Slide 40 - Quiz

De auto is ......
van mij.
A
geen
B
niet
C
een

Slide 41 - Quiz

Is de auto rood?
A
Ja, hij is rood.
B
Nee, hij is geen rood.
C
Nee, hij is niet rood.

Slide 42 - Quiz

Woon jij in Middelharnis?
A
Ja, ik woon in Middelharnis.
B
Nee, ik woon geen in Middelharnis.

Slide 43 - Quiz

Heb jij een broer?
A
Nee, ik heb niet broer.
B
Nee, ik heb geen broer.

Slide 44 - Quiz

Zijn jullie thuis?
A
Nee, wij zijn niet thuis.
B
Nee, wij zijn geen thuis.

Slide 45 - Quiz

Ben ik te laat
voor de bus?
A
Ja, je bent te laat.
B
Nee, je bent niet te laat.

Slide 46 - Quiz

Is dit de bus naar Zierikzee
A
Nee, dit niet is de bus naar Zierikzee.
B
Nee, dit is niet de bus naar Zierikzee.

Slide 47 - Quiz

niet

Jij bent niet te laat.
Hij heeft niet gegeten.
De hond heeft niet geblaft.
Hij eet niet.
Mijn broer komt morgen niet naar school.

geen

Ik heb geen geld.
Hij heeft geen zus.
Ik lust geen tomaten.

Het huis heeft geen ramen.
Het paard heeft geen staart.

Slide 48 - Slide

Heb jij een zus?
Nee, ik heb ..........

Slide 49 - Open question

Lust jij bananen?
Nee, ik lust ..........

Slide 50 - Open question

Kom jij morgen naar school?
Nee, ik kom ..........

Slide 51 - Open question

Houd jij van voetbal?
Nee, ik houd ........

Slide 52 - Open question

Gaat deze bus naar Rotterdam?
Nee, deze bus gaat .........

Slide 53 - Open question

Pak je mapje 
ga naar opdracht 65.

Luister naar de uitleg 
op de computer.

Kijk naar opdracht 66.

Lees mee met de computer.
66. Wat hoor je?
65. Geen of niet

Slide 54 - Slide

Opdrachten
 Je maakt alleen opdracht 67, 68 en 69.

Doe zachtjes met je buurman opdracht 70.

Huiswerk: Maak de zinnen van opdracht 71.

Slide 55 - Slide