Kapitel 2

1 / 25
next
Slide 1: Slide
DuitsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Kapitel 2 
Lernliste oefentoetsje
Grammatik oefenen

Slide 2 - Slide

Wat is het rijtje van de voorzetsels met de 3e naamval?

Slide 3 - Open question

Wat is het verschil tussen nach en zu?

Slide 4 - Open question

Vertaal:
de armen

Slide 5 - Open question

Vertaal:
de buik

Slide 6 - Open question

Vertaal:
het lichaam

Slide 7 - Open question

Vertaal:
de handen

Slide 8 - Open question

Vertaal:
de griep

Slide 9 - Open question

Vertaal:
de verkoudheid

Slide 10 - Open question

Vertaal:
het ziekenhuis

Slide 11 - Open question

Vertaal:
naar de dokter gaan

Slide 12 - Open question

Wat is het rijtje van de voorzetsels met de 3e naamval?

Slide 13 - Open question

Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden? (1e naamval)

Slide 14 - Open question

Welke persoonlijke voornaamwoorden in de 3e naamval weet je al?

Slide 15 - Open question

Kap. 2 S. 54
Hören Üb. 1
Machen Üb. 2

Slide 16 - Slide

Wortschatz
Nachsehen Üb. 3 tm 7 und 9

Slide 17 - Slide

Machen
Üb. 13/14/15

Slide 18 - Slide

Hausaufgaben
Lernen Lernliste blz 88 alles
Lernen Lernliste blz 89 alles

GRammatik lernen rijtje voorzetsels en rijtje persoonlijke vnw in 1e en 3e nv

Slide 19 - Slide

Persoonlijk voornaamwoord
Wat is een persoonlijk 
voornaamwoord?

Slide 20 - Slide

Persoonlijk voornaamwoord

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Zusammen
ich--> mit mir
du--> mit dir
er--> mit ihm
sie--> mit ihr
es --> mit ihm
wir --> mit uns 
ihr --> mit euch
Sie --> mit Ihnen
sie-->mit ihnen

Slide 23 - Slide

Maken oef. 16 tm 20

Slide 24 - Slide

Hausaufgaben
Leren Blz 88 tm zum Arzt gehen
+ rijtje persoonlijke voornaamwoorden in 1e en 3e naamval

Slide 25 - Slide