BTW

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• vmbo b, mavo
• Leerjaar 2,3

BTW

Leerdoelen

Je kunt:

• Het bedrag van de voorbelasting berekenen
  
• Het bedrag van de te betalen btw berekenen
  
• Het bedrag van de te verrekenen btw berekenen
  

Je weet:

• Wat indirecte belasting is
  
• Dat btw geen kosten en opbrengsten zijn
  

Waarvoor staan de letters BTW

1. Belasting over de toegevoegde winst
2. Bedrag over de toegevoegde waarde
3. Belasting over de toegevoegde waarde
4. Bedrag over de toegevoegde winst

Welke BTW-tarieven kennen we in Nederland.

1. 21%, 9% & 0%
2. 21%, 6% & 0%
3. 19%, 9%,0%

BTW

Wie betaald btw?

1. De ondernemer
2. De consument
3. De ondernemers en consumenten
4. Soms de ondernemers, soms de consument.

Toegevoegde waarde

Elke schakel in de bedrijfskolom voegt waarde toe aan de producten.

De producten worden steeds geschikter voor de consument.

Voorbeelden van toegevoegde waarde

Hoe bereken je de toegevoegde waarde?

Toegevoegde Waarde = Waarde van het verkopen - (de waarde van de ingekochte grond- en hulpstoffen, halffabrikaten en diensten van andere bedrijven)

Hoe bereken je de brutowinst?

1. Inkoopprijs + verkoopprijs
2. Inkoopprijs + btw
3. Verkoopprijs - inkoopprijs
4. Verkoopprijs : inkoopprijs

Heb je het begrepen?

Maak de som

Controleer je antwoord met je  buurvrouw / buurman

Hebben jullie een verschillend antwoord probeer het dan eens te worden met elkaar.

Lukt dat niet, schakel dan de hulplijn in.

Opdracht

De consumentenomzet van een fietsenzaak is € 30.250 dit kwartaal. De inkoopwaarde van de omzet bedroeg  is € 20.570.

a. Bereken de voorbelasting

b. Bereken de te betalen btw

c. Bereken het bedrag te verrekenen btw

d. Controleer of de eigenaar btw over de toegevoegde waarde betaalt.

Samenvattend

https://www.youtube.com/watch?v=7JouOHYmPWE

Wat vond je van de les?

😒🙁😐🙂😃