This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 1
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
Slide 1 - Slide
1. Lesopening
Pak je boek + schrift van Nederlands, laat het nog even dicht!
Slide 2 - Slide
2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
Als er staat leg je antwoord uit, doe je dat.
Slide 3 - Slide
Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie.
???
- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag.
Thirza, Kyano, Zouhir, Oscar, Nikki
- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten.
Rik, Jayson, Damian
Slide 4 - Slide
3. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- kun je de beste leesmanier kiezen.
- kun je het onderwerp van een tekst of alinea bepalen.
Slide 5 - Slide
Verdiept arrangement:
Namen lln.
Huiswerk noteren + maken:
Les: 1.13/1.14
blz.: 39 t/m 42
opdr.: 4 t/m 6
Slide 6 - Slide
Mini-check
Quiz mee
Slide 7 - Slide
Je wilt weten of je een artikel uit een tijdschrift kunt gebruiken voor een werkstuk.
Je bakt twee taarten. Je wilt weten of je de oven voor beide taarten op dezelfde temperatuur moet zetten.
Je krijgt morgen een overhoring over een paragraaf uit het geschiedenisboek.
De supermarkt zoekt vakkenvullers. Je wilt weten of je dit baantje mag doen als je veertien bent.
Je bereidt een presentatie voor over gameverslaving. Je hebt een interview over dit onderwerp gevonden waar veel informatie in staat.
Nadat je een tekst verkennend hebt gelezen, kun je in een paar woorden aangeven wat het onderwerp van de tekst is. Een onderwerp bestaat vaak uit verschillende stukjes. Die stukjes noem je deelonderwerpen. Het stukje tekst over een deelonderwerp noem je een alinea. Een alinea begint altijd op een nieuwe regel.
Boven een alinea kan een tussenkopje staan. Een tussenkopje geeft aan waar de alinea over gaat.
Slide 12 - Slide
5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 1.13/1.14, opdr. 4 t/m 6 op blz. 39 t/m 42
Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Naam lln kom aan de instructietafel zitten.
Dan gaan we samen aan de slag.
Slide 13 - Slide
6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:
V: les 1.13/1.14, blz. 39 t/m 42, opdr. 4 t/m 6 --> namen lln