Zinsdelen §7 lv les 4 + mv

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* terugblik vorige les
* oefeningen
* nulmeting mv


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* het lijdend voorwerp in een zin vinden.
* het meewerkend voorwerp in een zin vinden.

timer
10:00
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* terugblik vorige les
* oefeningen
* nulmeting mv


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* het lijdend voorwerp in een zin vinden.
* het meewerkend voorwerp in een zin vinden.

timer
10:00

Slide 1 - Slide

Keuze-opdracht
Score nulmeting:
< 90% maak opdr. 2 t/m 4
>90% maak opdracht 4 en 6

Klaar? Dan laat je mij je schrift zien en kijk je je antwoorden na met het antwoordenboek.

Nog niet klaar? Dan maak je de opdrachten thuis af en laat je deze maandag aan mij zien.
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Meewerkend voorwerp

Slide 3 - Slide

Meewerkend voorwerp (mv)
  • geeft aan voor wie iets bestemd is.
  • komt voor bij ww die iets te maken hebben met geven of vertellen.
  • kan beginnen met 'aan' of 'voor', maar dat hoeft niet. Als er geen 'aan' of 'voor' staat, kan je deze toevoegen.
  • als er een mv in de zin is, staat er ook een lv in.

Slide 4 - Slide

mv

Slide 5 - Slide

Het meewerkend voorwerp

Slide 6 - Slide

Oefening
Noteer van de volgende zinnen ow, wg, lv en mv.

1. Ik laat aan al mijn bezoekers mijn verzameling zien.
2. De ridder zwoer trouw aan zijn koningin.
3. Ik zeg het je geen tweede keer!
timer
5:00

Slide 7 - Slide

Nulmeting

Maak nu de nulmeting op
Socrative.com
login - studenten login
roomname (of lokaalnaam): MEIJERCOMENIUS
naam: klas <voor- en achternaam>
  • Schrijf jouw score op de routekaart.
  • Kies op basis van jouw score een opdracht.

<70% doe mee met de oefeningen
70 - 90% maak opdr. 1, 3 en 4 (C5 §9 mv)
>90% maak opdr. 3, 4 en 6 (C5 §9 mv)


timer
10:00

Slide 8 - Slide

Geef jezelf een cijfer en schrijf deze op.
Ik kan nu het lijdend voorwerp vinden in een zin.

1 = absoluut niet 
t/m 
10 = absoluut wel, in elke zin.

Slide 9 - Slide

Geef jezelf een cijfer en schrijf deze op.
Ik kan nu het meewerkend voorwerp vinden in een zin.

1 = absoluut niet 
t/m 
10 = absoluut wel, in elke zin.

Slide 10 - Slide

Smiley
Teken een smiley in je schrift waarmee je aangeeft hoe je gewerkt hebt in deze les.

Slide 11 - Slide