Economie T2 / H2 1.1 Inkomsten in soorten

H1 Zakgeld en inkomen






Paragraaf 1: Inkomsten in soorten
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H1 Zakgeld en inkomen






Paragraaf 1: Inkomsten in soorten

Slide 1 - Slide

Heb je een baantje of verdien je al wat geld ?

Slide 2 - Open question

Welke soorten inkomen
zijn er ?

Slide 3 - Mind map

Introductievragen 
Maak de introductie vragen zelfstandig:
vraag 1 t/m 5

timer
8:00

Slide 4 - Slide

Inkomen

De meeste Nederlanders hebben een inkomen


Inkomen bestaat uit alles wat je ontvangt:

Inkomsten in geld en

inkomsten in natura


Slide 5 - Slide

Soorten inkomen

Inkomsten met tegenprestatie: werk, bijbaan - primair inkomen

Inkomsten zonder tegenprestatie: zakgeld, uitkering - overdrachtsinkomen



Inkomsten in natura: bioscoopbon, auto van de zaak, mobiele telefoon

De Belastingdienst rekent inkomsten in natura wél bij het inkomen. 

Slide 6 - Slide

Vergelijken van inkomsten

Om de inkomens van mensen te vergelijken, moet je die inkomens op dezelfde manier berekenen.


Bij iedereen tel je dezelfde soorten inkomsten mee, als je het totaal berekent.

Slide 7 - Slide

Kun je je geld vrij uitgeven ?
Niet-vrij besteedbaar inkomen:  
kleedgeld, reisgeld, premie ziektekosten. 
Het is geld dat je aan bepaalde dingen verplicht moet uitgeven.

Vrij besteedbaar inkomen:
Als je alle verplichte uitgaven hebt gedaan, houd je het
vrij besteedbaar inkomen over.

Slide 8 - Slide

Huiswerk !


maken opdr. 6 t/m 11

maken Rekentrainer par 1.1 (blz. 35





Slide 9 - Slide

Wat hebben we vandaag geleerd ?

Slide 10 - Open question