jij hebt gekeken hij/zij/men heeft gekeken wij hebben gekeken u heeft/ julliehebben gekeken
zij hebben gekeken
Slide 13 - Slide
Even oefenen
Il ........... (porter) un jean bleu J'........(habiter) à Voorburg
Nous.....(adorer) la pizza
Mes amis....... (jouer) au jeu vidéo
Slide 14 - Slide
Apprend le vocabulaire B
timer
10:00
Slide 15 - Slide
Pratiquer vocabulaire B
Doel: schrijf zoveel mogelijk woorden op. Ik dicteer de woorden één voor één in het Nederlands.
Schrijf de Franse vertaling op, 30 seconden per woord. Je mag overleggen in je groep, IEDEREEN doet mee! Aan het eind schrijft per team één groepslid alle gevonden woorden op het bord.
Wie heeft de meeste woorden?
Slide 16 - Slide
timer
0:30
Slide 17 - Slide
Leer voca B (WRTS/Quizlet/opschrijven/overhoren)
Maak de proeftoets die ik heb gemaakt (vragen aan mij)
Werk aan la présentation (tache F als je het niet meer weet)