10-5 Voca + quiz + p.c. présentation

1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programme
récapitulation
nakijken le bilan
voorbereiden toets

Le programme d'aujourd'hui:
  • La présentation 
  • Explication grammaire - passé composé 
  • Pratiquer le vocabulaire B
  • Test vocabulaire volontaire
  • Travailler présentation
Le but: à la fin de ce cours:

  • Je connais le vocabulaire B
  • Je comprends le passé composé 
  • J'ai écrit quelques phrases pour ma présentation

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

PASSÉ COMPOSE
Voltooid tegenwoordige tijd

Verleden tijd:




Ik heb gegeten
Jij hebt gedaan
Wij hebben gedanst

Slide 5 - Slide

Le passé composé
Wat zie je? 


Ik heb gegeten
Jij hebt gedaan
Wij hebben gedanst

Slide 6 - Slide

Le passé composé
Wat zie je: 


Ik heb gegeten
Jij hebt gedaan
Wij hebben gedanst
Bestaat uit 2 delen

Slide 7 - Slide

Le passé composé
Wat zie je: 




1) hulpwerkwoord (avoir)               2) voltooid deelwoord
PRESENT (=tegenwoordige tijd)
Ik heb gegeten
Jij hebt gedaan
Wij hebben gedanst
Bestaat uit 2 delen

Slide 8 - Slide

Le passé composé
Hoe maak je die?

Slide 9 - Slide

Passé composé maken
De passé composé maak je door :
een vorm van "avoir" (hebben)
(in de tegenwoordige tijd)

+
voltooid deelwoord 

Slide 10 - Slide

Hoe maak je het voltooid deelwoord?
Regelmatig werkwoord op -er:
-er + é.

Porter -er = port- + é : porté 
Parler -er = parl- + é:  parlé

Slide 11 - Slide

Stappenplan
stap  1
stap 2
stap 3
stap 4
Pers. voornaamwoord

Eigennaam

Onderwerp
Bepaal de vorm van het hulp-werkwoord (avoir) 

(afhankelijk van pers. vnw)


Maak het voltooid deelwoord

(-er + é )
vertaling

Slide 12 - Slide

Passé composé
adorer in de passé composé:


j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
vorm van avoir
ai
as
a
avons
avez
ont
voltooid deelwoord
adoré
adoré
adoré
adoré
adoré
adoré

ik heb gekeken
jij hebt gekeken
hij/zij/men heeft gekeken
wij hebben gekeken
u heeft/ julliehebben gekeken
zij hebben gekeken

Slide 13 - Slide

Even oefenen
Il ........... (porter) un jean bleu
J'........(habiter) à Voorburg
Nous.....(adorer) la pizza
Mes amis....... (jouer) au jeu vidéo

Slide 14 - Slide

Apprend le vocabulaire B
timer
10:00

Slide 15 - Slide

Pratiquer vocabulaire B
Doel: schrijf zoveel mogelijk woorden op.
Ik dicteer de woorden één voor één in het Nederlands.
Schrijf de Franse vertaling op, 30 seconden per woord.
Je mag overleggen in je groep, IEDEREEN doet mee!
Aan het eind schrijft per team één groepslid alle gevonden woorden op het bord.
Wie heeft de meeste woorden? 

Slide 16 - Slide

timer
0:30

Slide 17 - Slide


  • Leer voca B (WRTS/Quizlet/opschrijven/overhoren)
  • Maak de proeftoets die ik heb gemaakt (vragen aan mij)
  • Werk aan la présentation (tache F als je het niet meer weet)
  • Parafen halen
  • Werk aan je taches

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

le prochain cours:
Le passé composé
Travailler présentation

Slide 21 - Slide