BiM4 erfelijkheid 4.5

Doel vorige les
Na deze les weet je hoe je een opgave van een dominant-recessieve en een intermediaire overerving moet maken.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Doel vorige les
Na deze les weet je hoe je een opgave van een dominant-recessieve en een intermediaire overerving moet maken.

Slide 1 - Slide

Check van het doel: je kunt een opgave met dominant-recessieve overerving en intermediaire overerving maken
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Deze les: 

- terugblik
- check opdrachten (hier laat je aan mij zien dat je het doel hebt behaald)
 -oefenen begrippen
- nakijken 1 t/m 6 intermediaire overerving 
- herhaling stambomen
- maken opgaven stambomen
- eventueel nakijken
- doelcheck
-HW

Slide 3 - Slide

Checkopdrachten
Je krijgt twee opdrachten. Maak deze twee en lever in. Doe dit zonder overleg. 
Klaar? Start met stamboomvragen of kijk na 1 t/m 16 van dominant recessief of 1 t/m 6 van intermediair. 

Slide 4 - Slide

oefenen begrippen
Op de tafels liggen verschillende kaarten met daarop begrippen. Er liggen ook kaarten met uitleg. 
Zoek met je groepje zo snel mogelijk de begrippen bij de juiste uitleg. (je krijgt 12 koppels)
Let op: er zijn meer "uitleg/begrip kaarten" dan je kunt gebruiken.

Slide 5 - Slide

De zin  (bij stambomen):

Als in de F1-generatie een fenotype naar voren komt die niet zichtbaar is bij P-generatie dan is het gen voor deze eigenschap recessief en zijn beide individuen in de P-generatie heterozygoot.

of 

Slide 6 - Slide

De zin  (bij stambomen):

Als bij de kinderen een eigenschap naar voren komt die niet zichtbaar is bij de ouders dan is deze eigenschap recessief en zijn beide ouders heterozygoot.


Slide 7 - Slide

voorbeeld

Als bij de kinderen een eigenschap naar voren komt die niet zichtbaar is bij de ouders dan is deze eigenschap recessief en zijn beide ouders heterozygoot.


Slide 8 - Slide

Voorbeeldvraag
Kuiltjes in de wangen. Sommige mensen hebben dat als ze moeten lachen.  De zoon uit deze stamboom heeft geen kuiltjes. 

vr 1: is kuiltjes in je wangen bij het lachen dominant of recessief?

vr2: wat zijn de genotypen van de ouders? 

vr 3: kan je met zekerheid het genotype van de dochter vaststellen? 

Slide 9 - Slide

Hoe? doel 2
Wat ga je doen:  Je gaat maken opgave  1 t/m 10 van stambomen
Hoe: Zorg dat je in het boekje kunt schrjven, dat helpt. De antwoorden zet je in je schrift.
Hulp: Je mag aan de uitleg tafel komen zitten
Tijd: 20 minuten 
Uitkomst: Je hebt de opgaven af. 
Klaar? nakijken met behulp van nakijkvellen. Laat eerst het werk zien. Bekijk het huiswerk en ga daar alvast mee bezig. 

Slide 10 - Slide

Doelcheck: Je kunt een opgave met stamboom maken
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

geef een tip en top van deze les

Slide 12 - Mind map