3.7 test jezelf

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 1

Welkom 1B

Start LessonUp

Sluit overige tabbladen

Spelletjes

Wat is je favoriete spel?

Sophie leest haar gedicht voor

De prijsjes komen in ieder geval voor de meivakantie.

Welkom 1B

Wat gaan we doen?

Leerdoelen 3.7

In deze paragraaf leer je:

-hoe je het werkwoordelijk gezegde vindt;

-hoe je het onderwerp vindt;

-hoe je het lijdend voorwerp vindt

Hoe vind je de persoonsvorm?

1. Alle werkwoorden in de zin
2. Vragend maken, hij komt vooraan.
3. Wie of wat + gezegde + onderwerp?
4. Wie of wat + persoonsvorm?

Hoe vind je het onderwerp?

1. Alle werkwoorden in de zin
2. Vragend maken, hij komt vooraan.
3. Wie of wat + gezegde + onderwerp?
4. Wie of wat + persoonsvorm?

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

1. Alle werkwoorden in de zin
2. Vragend maken, hij komt vooraan.
3. Wie of wat + gezegde + onderwerp?
4. Wie of wat + persoonsvorm?

Hoe vind je het lijdend voorwerp?

1. Alle werkwoorden in de zin
2. Vragend maken, hij komt vooraan.
3. Wie of wat + gezegde + onderwerp?
4. Wie of wat + persoonsvorm?

Lijdend voorwerp

Help, waar vind ik dat?

Ga naar de lesstof van 3.7 en kijk mee op het bord.

Ga je zinsdelen benoemen? Werk altijd in deze volgorde:

1 Zoek éérst de pv (gebruik de tijdproef pv).

2 Verdeel de zin in zinsdelen (gebruik de zinsdeelproef).

3 Benoem het werkwoordelijk gezegde.

4 Benoem het onderwerp.

5 Benoem het lijdend voorwerp.

Wat is de persoonsvorm?

Mevrouw Van der Voet heeft het boek uitgelezen.

Verdeel de zin in zinsdelen. Gebruik / of -

Mevrouw Van der Voet heeft het boek uitgelezen.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Mevrouw Van der Voet heeft het boek uitgelezen.

Wat is het onderwerp?

Mevrouw Van der Voet heeft het boek uitgelezen.

Wat is het lijdend voorwerp?

Mevrouw Van der Voet heeft het boek uitgelezen.

Mevrouw Van der Voet heeft het boek uitgelezen.

PV: Mevrouw Van der Voet en mevrouw Verhaar hebben het boek uitgelezen.

Zinsdelen voor de PV: Mevrouw Van der Voet / heeft / het boek / uitgelezen.

WG: Heeft uitgelezen

O: Wie heeft uitgelezen? = Mevrouw Van der Voet

LV: Wat heeft mevrouw Van der Voet uitgelezen? = Het boek

Aan de slag!

Maak opdracht

Klaar?

Aan de slag!

Lezen: Lees de lesstof van 3.7

Kijken: Kijk de uitlegfilmpjes van 3.7

Maken: 3.7 opdrachten + test jezelf

Inhaalmoment dinsdag het ... uur

Klaar?

Bedenk 2 zinnen met een lijdend voorwerp.

Van niveau veranderd? Kom naar mijn bureau.

Ik kan het werkwoordelijk gezegde vinden.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan het onderwerp vinden.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan het lijdend voorwerp vinden.

😒🙁😐🙂😃

Hier wil ik graag extra uitleg over voor de toets: