JngV B - Les 5 De puberteit - P. Verhoef

Jongvee opfok: De puberteit
1 / 31
next
Slide 1: Slide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Jongvee opfok: De puberteit

Slide 1 - Slide

Lesplanning
- Diarree: Crypo
- Terugblik lessen jongvee 1, 2, 3 en 4 (Kahoot)
- Theorie: De puberteit
- Werken aan tekening 'de ideale jongveestal'

Slide 2 - Slide

Cryptosporidiose (Crypto) 
It's Learning
Jongvee
huiswerk
schema diarree

Slide 3 - Slide

Cryptosporidiose (Crypto) 
Type: Parasiet

gevoelige moment: 1 tot 4 weken

Symptomen:  
- waterige vla-achtige gele/groene diarree, 
- Soms met slijm en bloed 
- Sufheid, een slechte eetlust, gewichtsverlies en uitdroging.

 


Slide 4 - Slide

Oorzaken / risico factoren
Besmetting via de mest
- Afkalf hok
- eenling boxen

Slide 5 - Slide

Behandeling / preventie
Belangrijkste is preventie! Infectie druk verlagen
- ruim voldoende eenlingboxen hebben 
- hokken goed schoon maken, liefst ontsmetten
- hokken buiten te laten drogen in het zonlicht.
- hygiene rond afkalven
- enten (super biest)

Behandeling: 
- Electrolytenmix als extra voeding.
- Melk gewoon blijven voeren
- Medicijnen in overleg met veearts

Slide 6 - Slide

Extra: 

Zoönose (overdraagbaar op mensen)

Slide 7 - Slide

Kahoot
 Terugblik les 1, 2, 3 en 4 (Kahoot)

Slide 8 - Slide

Puberteit
It's Learning
Jongvee
huiswerk
Vragen les 5 - Puberteit

Slide 9 - Slide

Leerdoelen van de les
1. Je weet wanneer een kalf in de puberteit fase komt en wat er gebeurd in de fase.
2. Je weet waar het rantsoen in de puberteit fase aan moet voldoen.
3. Je kent de score kaarten: Pens vulling, Mest score en BCS

Slide 10 - Slide

1 De puberteit fase 
Jongvee komt rondom de 8 maanden in de puberteit terecht.
Een nieuwe fase, waarbij de groei stagneert en de ontwikkeling van de vruchtbaarheidsorganen op gang komt. 

In deze nieuwe fase kunnen de dieren vervetten als zij teveel energierijke producten binnen krijgen. Je kijkt een geschikt rantsoen voor jongvee en leert werken met verschillende scorekaarten.
Lees bladzijde 50 en 51 door van het boek

Slide 11 - Slide

Op welke leeftijd komt het kalf in de puberteit?
A
6 maanden
B
10 maanden
C
8 maanden
D
12 maanden

Slide 12 - Quiz

2 Rantsoen in de puberteit
Vanaf 8 maanden verandert de energiebehoefte van een dier: Het heeft minder behoefte aan eiwit (bouwstof) en energie omdat de groei terugloopt.

Het doel van het voeren zou dan ook moeten veranderen: niet meer gericht op groei maar op vruchtbaarheid.
 


Slide 13 - Slide

Jongvee in de puberteit heeft meer .......... nodig
A
energie
B
krachtvoer
C
mineralen
D
structuur in het voer

Slide 14 - Quiz

3 Mineralen, vitaminen en spoorelementen
- Lichaam kan deze niet zelf aanmaken
- helpen bij ontwikkelingen (vurchtbaarheids) organen
-  belangrijk voor weerstand / gezondheid
- belangrijk voor  vertering van voeding / opnamen voedingstoffen.
- bij te kort, kans op gebrekziektes

Bijvoeren kan d,m.v: mineralenbrokjes, mineralenmengsels, of via een likemmer of liksteen. (of Bolus)

 

Slide 15 - Slide

Hoeveel uur per dag moet een kalf smakelijk voer kunnen vreten?
A
16 uur
B
18 uur
C
20 uur
D
22 uur

Slide 16 - Quiz

4 Gezondheid controleren: score kaarten
Om te controleren of het voermanagement bij het dier past, kun je op meerdere punten controleren:

- Dagelijkse voeropname (pensvulling, buikvulling en mestscore, 
krachtvoor box)
- Groei per dag (gewicht en conditiescore)
- Gezondheid (kleur en glans vacht, mest, oren en ogen).
- In dit deel worden de verschillende controle kaarten behandeld.
Pensvulling controleren. 




Slide 17 - Slide

5 pensvulling
1. leeg = niet goed
2. 1e week na afkalven
3. gewenst bij melkgevende koeien
4. gewenst aan eind van lactatie 
 droogstaand vee
5. gewenst bij droogstand

Slide 18 - Slide

6 Mest score kaarten

2 dingen beoordelen: verteringsscore en de consistentiescore.

Bij de verteringsscore let je op de verteerbaarheid van het voedsel. Wordt alles voldoende verwerkt en opgenomen of gaan er voedingsstoffen het lichaam door die er vervolgens aan de andere kant weer uit komen?

De consistentiescore (hoe dun of dik de mest is) ziet iets over de balans in de voeding





Slide 19 - Slide

7 verteringsscore

Slide 20 - Slide

Als de verteringscore van de mest 5 is voor lacterende koeien wat moet je dan doen?
A
Minder voeren
B
Zorgen dat de koeien meer drinken
C
Rantsoen aanpassen
D
Mest vaker van de roosters schuiven

Slide 21 - Quiz

8 Consistentie score

Slide 22 - Slide

Bij consistentie score van mest beoordeel je:
A
verhouding vaste stof en water
B
Of het voer goed verteerd wordt
C
Of de voedingsstoffen worden opgenomen
D
Of de mest glanst

Slide 23 - Quiz

9 Body condition score

De BCS conditiescore geeft een inschatting van de hoeveelheid onderhuids vet in de koekoeksgaten, het heupgebied en de lendenen van een koe.

Koeien met conditiescore 1 zijn mager, die met conditiescore 5 zijn vet. De gewenste conditiescore bij jongvee neemt toe met de leeftijd. 

Slide 24 - Slide

10. Gewenst voor het afkalven 3 - 3.5. Lacties niet onder 2.5

Slide 25 - Slide

Bij de body conditie score beoordeel je op:
A
een goed gevulde pens.
B
de kruishoogte
C
de passage snelheid van het voer
D
de hoeveelheid onderhuids vet

Slide 26 - Quiz

Vanaf de puberteit is het doel van voeren vooral gericht op.....
A
Ontwikkeling van de pens
B
Groei
C
Vruchtbaarheid
D
Ontwikkeling van de organen

Slide 27 - Quiz

Terugkoppeling leerdoelen
1. Je weet wanneer een kalf in de puberteit fase komt en wat er gebeurd in de fase.
2. Je weet waar het rantsoen in de puberteit fase aan moet voldoen.
3. Je kent de score kaarten: Pens vulling, Mest score en BCS

Slide 28 - Slide

Wat vinden jullie van de lessen tot nu toe?
Interessant
Saai
Veel luisteren

Slide 29 - Poll

Evaluatie: wat vond je van deze les?
interessant
duidelijk
onduidelijk
leerzaam
iets anders
Prettige manier om te leren over jongvee opfok.
Makkelijk
Moeilijk

Slide 30 - Poll

Nu verder met tekening 
'Ideale Jongveestal'

It's Learning
Jongvee
huiswerk
Lesopdracht 2B

Slide 31 - Slide