Les 4

Planning les 4
Nabespreken opdrachten 3.1 
Afsluiter 3.1 
Uitleg begrippen 3.2

1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning les 4
Nabespreken opdrachten 3.1 
Afsluiter 3.1 
Uitleg begrippen 3.2

Slide 1 - Slide

Welk van onderstaande eigenschap heeft te maken met het fenotype?
A
Blond geverfd haar
B
Kort geknipt haar
C
Rossig haar
D
Zowel A, B als C

Slide 2 - Quiz

Welke stelling is juist?
A
Fenotype = genotype + buitenaf
B
Buitenaf = genotype + fenotype
C
Genotype = fenotype + Buitenaf

Slide 3 - Quiz

Welke van de twee kan je in je leven veranderen?
A
Genotype
B
Fenotype

Slide 4 - Quiz

Hoeveel chromosomen komen voor in een lichaamscel van een mens?
A
23
B
46

Slide 5 - Quiz

Hoeveel chromosomen komen voor in een geslachtscel van een mens?
A
23
B
46

Slide 6 - Quiz

wat is een gen
A
een chromosoom dat 1 erfelijke eigenschap bevat
B
een chromosoom dat meer erfelijke eigenschappen bevat
C
een stukje dna dat 1 erfelijke eigenschap bevat
D
een stukje dna dat meerdere erfelijke eigenschappen bevat

Slide 7 - Quiz

Wat is een allel?
A
Een stukje DNA
B
Een stuk van een chromosoom
C
Een variant van een gen
D
Een variant van een chromosoom

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide


Als je steil haar hebt, zijn je genen voor de haarvorm gelijk aan elkaar. Je bent dan homozygoot voor de eigenschap steil haar.

Slide 10 - Slide

Heb je 2 genen voor krullend haar, dan ben je homozygoot voor de eigenschap krullend haar.

Slide 11 - Slide


1 gen voor steil haar en 1 gen voor krullend haar.

De twee genen zijn dan ongelijk.

Dan ben je heterozygoot voor de haarvorm.

Slide 12 - Slide


Deze jongen heeft krullend haar.

Het gen voor krullend haar heeft invloed op het uiterlijk. Deze is dus eigenlijk sterker.


Dit noem je een dominant gen

Slide 13 - Slide


Een dominant gen komt altijd tot uiting.



Gen voor steil haar noem je een recessief gen.

Slide 14 - Slide

Welk gen recessief of dominant is verschilt per soort.

Slide 15 - Slide

Als een dominant gen het uiterlijk bepaalt...


Kan het organisme homozygoot en heterozygoot zijn voor die eigenschap



Slide 16 - Slide

IPV figuurtjes letters



Homozygoot krul = AA

Homozygoot steil = aa

Heterozygoot = Aa


geen P en p gebruiken

Slide 17 - Slide

Aan de slag
Maken opdracht 1, 2 4 t/m 7 van 3.2

Slide 18 - Slide