This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
verwijswoorden
Slide 1 - Slide
Bas is mijn hond. Ik ben hem samen met mijn ouders gaan halen in een asiel. Zijn vorige baasjes hebben hem daar naartoe gebracht omdat ze niet meer voor hem konden zorgen.
Slide 2 - Open question
Bas is mijn hond. Ik ben hem samen met mijn ouders gaan halen in een asiel. Zijn vorige baasjes hebben hem daar naartoe gebracht omdat ze niet meer voor hem konden zorgen.
Slide 3 - Open question
Bas is mijn hond. Ik ben hem samen met mijn ouders gaan halen in een asiel. Zijn vorige baasjes hebben hem daar naartoe gebracht omdat ze niet meer voor hem konden zorgen.
Slide 4 - Open question
Maaike heeft de duif laten vliegen zodat ze terug naar haar nest kon.
A
ze = Maaike
B
ze = de duif
C
ze = haar nest
Slide 5 - Quiz
In onze tuin staat een grote boom. Die hangt binnenkort vol lekkere kersen.
A
die = onze tuin
B
die = een grote boom
C
die = binnenkort
D
die = lekkere kersen
Slide 6 - Quiz
werkwoorden
een woordje uitleg ...
Slide 7 - Slide
een persoonsvorm
Slide 8 - Mind map
geen persoonsvorm
Slide 9 - Mind map
Op de speelplaats liggen veel te veel papiertjes
Slide 10 - Open question
Natuurlijk moet iemand ze dan oprapen.
Slide 11 - Open question
Heb jij ooit al eens een papiertje op de grond gegooid?
Slide 12 - Open question
eerste, tweede en derde persoon
een woordje uitleg ...
Slide 13 - Slide
eerste persoon
tweede persoon
derde persoon
je slaapt
hij werkte
ze gromt
ik eet
jij praat
zij voelt
onze hond blaft
de juf knikt
de vis zwom
Slide 14 - Drag question
In de klas doen wij altijd goed mee.
A
eerste persoon meervoud
B
tweede persoon meervoud
C
derde persoon meervoud
Slide 15 - Quiz
Waarom spelen ze al buiten?
A
eerste persoon meervoud
B
tweede persoon meervoud
C
derde persoon meervoud
Slide 16 - Quiz
Willen jullie graag een wandeling maken?
A
eerste persoon meervoud
B
tweede persoon meervoud
C
derde persoon meervoud
Slide 17 - Quiz
Alle kinderen hebben een knutselwerk gemaakt.
A
eerste persoon meervoud
B
tweede persoon meervoud
C
derde persoon meervoud
Slide 18 - Quiz
Op een donderdagavond ... (gaan, t.t.) de telefoon in het gezin van Els en Danny.
Slide 19 - Open question
De mevrouw ... (vragen t.t.) aan Els en Danny of het mogelijk is om enkele weken een kleutertje van vier jaar op te vangen.
Slide 20 - Open question
"Mijn man en ik ... (beslissen v.t.) meteen om te helpen.