What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Synoniemen, antoniemen, homoniemen
Les 7
Synoniemen - antoniemen - homoniemen - homofonen
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Secundair onderwijs
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Les 7
Synoniemen - antoniemen - homoniemen - homofonen
Slide 1 - Slide
Woorden die hetzelfde klinken, maar een andere betekenis hebben zijn ...
A
homoniemen
B
antoniemen
C
synoniemen
D
homofonen
Slide 2 - Quiz
Woorden met dezelfde betekenis noemen we ...
A
homoniemen
B
antoniemen
C
synoniemen
D
homofonen
Slide 3 - Quiz
Woorden die hetzelfde klinken, maar anders geschreven worden zijn ...
A
homonienem
B
antoniemen
C
synoniemen
D
homofonen
Slide 4 - Quiz
Is het ...
een synoniem
een antoniem
een homoniem
of een homofoon?
Slide 5 - Slide
Met carnaval was ik verkleed als
elf
.
Toen ik mijn toets terug kreeg, zag ik dat ik
elf
op twintig had.
A
homoniem
B
homofoon
C
synoniem
D
antoniem
Slide 6 - Quiz
Deze nacht was ik
bang
van het onweer.
Door het gedonder lag ik
angstig
in bed.
A
homoniem
B
homofoon
C
synoniem
D
antoniem
Slide 7 - Quiz
Onze
bok
is gisteren papa geworden van 3 kleine geitjes.
Bij de turnles moest ik met de trampoline over de
bok
springen.
A
homoniem
B
homofoon
C
synoniem
D
antoniem
Slide 8 - Quiz
Ik bestelde gisteren een
koud
voorgerecht.
Bij het buffet nam ik enkel
warme
groenten.
A
homoniem
B
homofoon
C
synoniem
D
antoniem
Slide 9 - Quiz
Ze
leiden
ons de weg naar het hotel.
Wij
lijden
veel pijn na onze valpartij.
A
homoniem
B
homofoon
C
synoniem
D
antoniem
Slide 10 - Quiz
Ik kijk er altijd naar uit om mijn koffer
in te pakken
als ik op reis ga.
Na het
uitpakken
van de cadeautjes gaan we taart eten!
A
homoniem
B
homofoon
C
synoniem
D
antoniem
Slide 11 - Quiz
Mijn buurvrouw gaf een rode
roos
aan het verliefde koppeltje.
Soldaat, je moet in de
roos
schieten!
A
homoniem
B
homofoon
C
synoniem
D
antoniem
Slide 12 - Quiz
De hond
jankt
omdat hij zijn baasje mist.
Het meisje begint te
huilen,
want ze is op haar hoofd gevallen.
A
homoniem
B
homofoon
C
synoniem
D
antoniem
Slide 13 - Quiz
Wij
kijken naar de koe die in de
wei
staat.
A
homoniem
B
homofoon
C
synoniem
D
antoniem
Slide 14 - Quiz
Rita is niet zo’n goede poetsvrouw, op haar meubels ligt een dikke laag
stof
.
Mijn nieuwe jurk is gemaakt van een erg dure
stof
.
A
homoniem
B
homofoon
C
synoniem
D
antoniem
Slide 15 - Quiz
Voor mijn verjaardag gaan we een gezellig
etentje
organiseren.
Met de familie eten we op kerstavond een lekker
diner
.
A
homoniem
B
homofoon
C
synoniem
D
antoniem
Slide 16 - Quiz
Eet wat meer! We hebben eten in
overvloed
.
Water kan
schaars
worden als we er niet bewust mee omgaan.
A
homoniem
B
homofoon
C
synoniem
D
antoniem
Slide 17 - Quiz
Ik
eis
een coupe met vijf bollen
ijs
.
A
homoniem
B
homofoon
C
synoniem
D
antoniem
Slide 18 - Quiz
Je hoort dat nieuwe liedje echt
overal
!
De hond is
nergens
te vinden sinds hij weggelopen is.
A
homoniem
B
homofoon
C
synoniem
D
antoniem
Slide 19 - Quiz
More lessons like this
S30 - Woordbetekenis: synoniemen, antoniemen, homoniemen
February 2023
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Synoniemen en antoniemen
September 2024
- Lesson with
41 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
homoniemen, synoniemen, antoniemen
January 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 42: woordherhaling vermijden in teksten
May 2022
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Synoniemen en antoniemen (T10 keuzeles 2+3)
September 2024
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 5: Een web van woorden
November 2022
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
L12 Gevoelswaarde van woorden
November 2023
- Lesson with
44 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
L12 Gevoelswaarde van woorden
November 2022
- Lesson with
40 slides
Nederlands
Secundair onderwijs