Nora McClintock, Dubbel Spel
Toen ik mijn moeder vertelde dat ik naar de openbare bibliotheek ging om te studeren, was dat maar een halve leugen. ik ging echt naar de bibliotheek. Jonah kwam zo’n vijf minuten na mij aan. In plaats van naar boven te gaan voor bijles aan één van de grote werktafels, gingen we naar het kamertje in de kelder waar vier grote frisdrankautomaten en drie tafeltjes stonden. Er was niemand in het kamertje. We gingen aan één van de tafeltjes tegenover elkaar zitten en ik pakte een blocnote uit mijn tas.
‘Goed,’ zei ik. ‘ We zullen bij het begin beginnen. Wie had iets tegen jouw moeder?’
Eerst zei Jonah niets. Hij staarde me gewoon aan. Toen zei hij: ‘Je meent het, hé?’
Uit: Nora McClintock, Dubbel Spel