H2 en H3 woorden en taalverzorging HV

BESTAL!
Boeken Etui Schrift Takenklapper Agenda Leesboek

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

BESTAL!
Boeken Etui Schrift Takenklapper Agenda Leesboek

Slide 1 - Slide

Lees in je leesboek. 
Boek vergeten?
Lees dan een stukje fictie of gedicht
uit het leerwerkboek.
timer
15:00
Leg je schrift/boek open op tafel, zodat ik de weektaak kan aftekenen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

                                    2.7 GRAMMATICA ZINSDELEN     





Herhaling
Enkelvoudige zinnen
  • 1 PV
Samengestelde zinnen
  • meer dan 1 PV

NIEUW
voegwoorden nevenschikkend
voegwoorden onderschikkend

Slide 5 - Slide

Hoofdzin
- HOOFDZINNEN zijn zelfstandige zinnen. 
- In een HOOFDZIN staan PV en onderwerp naast elkaar
- Tussen de persoonsvorm en het onderwerp kun je geen andere zinsdelen plaatsen. 

(Isa) (heeft) een nieuwe telefoon gekocht.

Slide 6 - Slide

Bijzin
- BIJZINNEN staan niet op zichzelf (horen bij hoofdzinnen)
- In een BIJZIN staan PV en onderwerp vaak niet naast elkaar.
- Tussen de persoonsvorm en het onderwerp kun je wel andere zinsdelen           plaatsen  

Toen (Isa) haar nieuwe telefoon (had) aangezet,// (werkte) (die) niet.
                              bijzin                                                                      hoofdzin

Slide 7 - Slide

Voegwoorden
  • Voegwoorden zijn een soort cement.
  • Je kunt met voegwoorden zinnen aan elkaar plakken.

Slide 8 - Slide

Voegwoorden-1
- HOOFDZIN + HOOFDZIN
- Je koppelt de zinnen aan elkaar met (nevenschikkende) voegwoorden 

Isa bracht de telefoon terug, || maar ze kreeg geen nieuwe. 
  • Isa bracht de telefoon terug, maar ze geen nieuwe kreeg.

Asima gaat graag naar de gym || en ze zwemt graag.
  • Asima gaat graag naar de gym en ze graag zwemt.

Slide 9 - Slide

Voegwoorden-2
- HOOFDZIN + BIJZIN / BIJZIN + HOOFDZIN
- Je koppelt de zinnen aan elkaar met de (onderschikkende) voegwoorden


Isa ontving de nieuwe telefoon ||voordat ze de oude had opgestuurd.  

Slide 10 - Slide

Nevenschikkende voegwoorden

Hoofdzin + hoofdzin 

  • en
  • maar
  • want 
  • of  (ENG = or)
  • dus
Onderschikkende voegwoorden

Hoofdzin + bijzin
  • aangezien
  • als
  • dat
  • waarom
  • terwijl
  • of (ENG = if)
  • toen, omdat, sinds, hoewel, voordat, als, zodat, etc

Slide 11 - Slide

Hoe te bepalen je of je met een nevenschikking of onderschikking te maken hebt: 

  1. Zoek de PV's + O's en onderstreep die.
  2. Kijk of je te maken hebt met een hoofdzin + hoofdzin of hoofdzin + bijzin.
  3. Hoofdzin + hoofdzin -> nevenschikkend                                                                      of leer de 5 voegwoorden: en, maar, want, of(or), dus uit je hoofd.
  4. Hoofdzin + bijzin  -> onderschikkend.                                                                          of kijk naar het voegwoord: niet 1 van de 5 bovenstaande? Dan onderschikkind.

Slide 12 - Slide

2.7 GRAMMATICA ZINSDELEN 
Maak opdracht 1B van de instapopdracht

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

DOEL

TUSSENLETTERS IN SAMENSTELLINGEN

- je kunt tussenletters in samenstellingen goed spellen



Slide 15 - Slide

Tussenletter in samenstellingen

Slide 16 - Slide

tussenletter in samenstelling 2

Slide 17 - Slide

tussenletter in samenstelling 3

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

1.3 LEZEN
Maak nu H1.3 Lezen opdracht 2 tm 7, 12, 13 & 14   (blz. 23 tm 29). 

Je maakt de opdrachten in je schrift!
timer
10:00
Snap je een opdracht niet? 
- lees de vraag nog een keer; wat staat er          boven? 
- lees de leertekst(en) van de paragraaf.
- sla de vraag eerst over en werk verder. 
- vraag daarna in je tafelgroep.
- vraag tot slot aan mij. 

Slide 20 - Slide

Planning week 39
  • 1.5 Woorden: opdrachten 4, 5, 6, 711, 12, 16 en 18 en 20, blz. 43-48
  • Klaar? Start met de opdrachten van 1.7

  • 1.7 Grammatica zinsdelen: opdrachten 1, 2, 3, 7, 8, 11, 12, 13, 15 en 16, blz. 53 - 60
  • + extra oefenen online


Slide 21 - Slide