Kern hst 16 Tekstdoel Tekstverbanden

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Welkom
Leg op tafel:

Leesboek
Kern-boek
Map + pen/potlood





Slide 3 - Slide

Agenda 

1. Lezen 
2. Oefenen met werkwoorden
3. Hoofdstuk 16 Kern 
4. Numo-check



Slide 4 - Slide

Lezen 


Samen lezen


Slide 5 - Slide

Leerdoel
  • Je werkt aan je 'leesconditie' door tien-vijftien minuten in stilte te lezen
  • Oefenen met werkwoorden 
  • Oefenen met tekstdoelen en tekstverbanden door hst 16 te lezen en de vragen erbij te maken
  • Eventueel een kerstquiz

Slide 6 - Slide

Waar krijg je cijfer voor?
Leesvaardigheid
Kern evt. 1, 14, 15, 16, 27, 40, 41, 53, 54
Kern aanvullend materiaal (komt op Teams)
Hst 5, 10, 11, 12, 14,15, 16, (17, 18)
Formatief schrijven
Schrijfvaardigheid 
Schrijven van een artikel

Numo 
Leerplan werkwoordspelling 2F 
Werkwoordspelling aanvullend materiaal hst 23

Slide 7 - Slide

Periode 2 
Aanvullend/Oefenblad
Kern
1 
1, 27 Leesstrategieën
10
40, 41 Samenvatten
12
14
14
53
15
54
Gewone KERN 16 
16
17, 18
5
15 

Slide 8 - Slide

Wat bedoel ik met een 'sterk werkwoord'? Wat 'doet' een sterk werkwoord en geef een voorbeeld.

Slide 9 - Open question

Geef de vervoegingen (tt/vt/volt) van het werkwoord 'helpen' voor de hij/zij/het-vorm (3e pers ev)

Slide 10 - Open question

Geef de vervoegingen (tt/vt/volt) van het werkwoord 'brengen' voor de ik-vorm (1e pers ev)

Slide 11 - Open question

Geef de vervoegingen (tt/vt/volt) van het werkwoord 'eten' voor de wij-vorm (1e pers mv)

Slide 12 - Open question

Geef de vervoegingen (tt/vt/volt) van het werkwoord 'lezen' voor de hij/zij/het-vorm (3e pers ev)

Slide 13 - Open question

Vul in (vt):
Een ster (wijzen) de weg aan de Drie Wijzen uit het Oosten. Zij (brengen) het kindje Jezus kado's.

Slide 14 - Open question

Vul in (vt):
De leerlingen (liegen) niet over de afwezigheid van hun klasgenoot, maar ze (roepen) wel de gekste dingen.

Slide 15 - Open question

Tekstverbanden?
Wat bedoel ik eigenlijk als ik de vraag stel 'Welk signaalwoord zie je en welk verband geeft dit aan?'

Slide 16 - Slide

Aan de slag 
Kern hst 16: lezen tekst en maken vragen 
1 t/m 6  op papier
Lees eventueel hst 14 en hst 15 van Kern door, voordat je begint 

Slide 17 - Slide

Antwoorden hst 16 
1 Het doel van de schrijver is de lezer informeren over dat er een vrouw bij het Korps Mariniers komt. 
2 De schrijver laat de verschillende meningen zien over het feit dat er een vrouw bij het Korps Mariniers komt. De schrijver geeft hier zelf geen oordeel over. Het voornaamste doel van de tekst is dus om de lezer te informeren over de verschillende meningen die er zijn.
3 B 
4 Het verband tussen alinea 3 en 4 is een conclusie. Dit is te zien aan het signaalwoord ‘dus’.
5 D 
6 Mariniers moeten onder alle omstandigheden ‘inzetbaar’ zijn.

Slide 18 - Slide

Aan de slag 
Kern hst 16: lezen tekst en maken vragen 
7 t/m 13  op papier
Lees eventueel hst 14 en hst 15 van Kern door, voordat je begint 

Slide 19 - Slide

Antwoorden hst 16 
7 Dit kun je zien aan het signaalwoord ‘zoals’. 
8 ‘Barre’ betekent hier ‘(erg) koude’. 
9 de beproeving – een zware belasting of een groot probleem 
de tongen losmaken – aanleiding geven tot gepraat
het scenario – beschrijving van opeenvolgende gedeeltes
het vakjargon – woorden die alleen binnen een bepaald beroep gebruikt worden
het bastion – plaats waar veel van iets is en waar je moeilijk in kunt binnendringen
tornen – loslaten 
10 Met ‘koudwatervrees’ bedoelt de commandant de overdreven terughoudendheid van de
militairen bij het beginnen met iets nieuws.

Slide 20 - Slide

Antwoorden hst 16 
11 De titel staat tussen aanhalingstekens, omdat het een uitspraak/citaat is van de mariniers

12 Sergeant Leon en veel van de manschappen van Harro de Vries zijn het eens met de titel.
Commandant van de eenheid, Harro de Vries, is het oneens met de titel. 

13 Eigen antwoord. Let op dat in het antwoord het woord ‘omdat’ wordt gebruikt (inclusief
onderbouwing).

Slide 21 - Slide

5,5 uur EN vooruitgang richting 2F
Nu op Numo: 
leerplan 
werkwoord-spelling => twee keer per week 20 minuten 

Al twee uur gewerkt?
En donderdag 2u45 minuten. 

Slide 22 - Slide

Leerdoel behaald?
Gewerkt aan je 'leesconditie' door in stilte te lezen
Geoefend met werkwoorden
Geoefend met tekstdoelen en tekstverbanden in een tekst over mariniers

Slide 23 - Slide