Les 4 Studerend lezen, tekstdoel, schematisch samenvatten

Lezen 4.2 | Nederlands
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lezen 4.2 | Nederlands

Slide 1 - Slide

Wat je in deze les leert ... §4.2 Lezen!

 Studerend lezen
Tekstdoelen:  informeren en amuseren
Een schematische samenvatting maken
Het leespubliek bepalen
 Het uitleggend tekstverband
 Een instructie schrijven

Slide 2 - Slide

Verschillende leesstrategieën
Er zijn vier verschillende manier van lezen

Slide 3 - Slide

Wanneer zou je studerend lezen gebruiken?

Slide 4 - Open question

Hoe leer jij een hoofdstuk uit een geschiedenis- of aardrijkskundeboek?

Slide 5 - Open question

Tekstdoel: 
Wat wil de schrijver? Wat is zijn doel met de tekst?
De schrijver wil
tekstdoel
toelichting
voorbeelden van tekstvormen
de lezer informatie geven
informeren
informatie over iets wat werkelijk bestaat en je komt iets te weten
nieuwsbericht
schoolboektekst
krantenartikel
instructie
de lezer vermaken
amuseren
Vaak verzonnen gebeurtenissen en je leest om te ontspannen, voor de lol dus
leesboek
stripverhaal
gedicht
liedtekst

Slide 6 - Slide

Verschillende leesstrategieën
Er zijn vier verschillende manier van lezen

  1. Verkennend lezen
  2. Nauwkeurig lezen
  3. Zoekend lezen
  4. Studerend lezen

Slide 7 - Slide

Studerend lezen
Als je studerend leest:
  • Ga je zoeken naar de hoofdzaken in elke alinea
  • Maak je een schematische samenvatting
  • Controleer je of je de tekst kent door jezelf vragen te stellen over de inhoud of probeer je de inhoud na te vertellen

Slide 8 - Slide

Welke manieren van lezen ken je al?

Slide 9 - Open question

Tekstdoelen
Waarom is het belangrijk om het tekstdoel te kennen?

  • Je weet wat voor informatie je kunt verwachten

Slide 10 - Slide

Tekstdoelen
Er zijn heel veel verschillende tekstdoelen, maar ik laat er vandaag twee zien.
  • Informeren
  • Amuseren

Slide 11 - Slide

Tekstdoel: informeren
Vandaag maak je kennis met twee soorten informatieve teksten
  1. Schematische samenvatting: samenvatting in de vorm van een overzichtelijk schema
  2. Instructie: uitleg in stappen hoe je iets moet uitvoeren

Slide 12 - Slide

Tekstdoelen
Wat is een tekstdoel?
  • Het antwoord op de vraag
  • Wat wil de schrijver of wat is het doel?

Slide 13 - Slide

Informeren
Amuseren

Slide 14 - Slide

Wat is 'een instructie'?

Slide 15 - Mind map

Slide 16 - Slide

Opsommend
tijdsvolgorde
tegenstellend
Welke drie tekstverbanden ken je al?

Slide 17 - Mind map

Uitleggend tekstverband

  • Komt vaak voor bij een tekst met het tekstdoel informeren.
  • Een uitleggend tekstverband legt iets uit, vaak in de vorm van een voorbeeld.
  • Signaalwoorden: bijvoorbeeld, dat wil zeggen, met andere woorden, onder andere, zoals
  • Voorbeeld: Trojaanse paarden zitten bijvoorbeeld verscholen in gratis software die je op internet kunt downloaden. 

Slide 18 - Slide

Leesstrategie 
Studerend lezen doe je zo:
- hoofdzaken van elke 
   alinea zoeken
- schematische samenvatting 
   maken
- laat je overhoren of vertel 
   de inhoud aan iemand

Slide 19 - Slide

Leespubliek 
De schrijver schrijft zijn tekst
altijd voor een publiek, de 
lezers.
Jij moet kunnen zien welk 
leespubliek de schrijver 
bedoelt. 

Slide 20 - Slide

Waarom is deze tekst geschreven voor jongeren? Zeg iets over de bron, het onderwerp, taalgebruik en de aanspreekvorm.
Er is een nieuwe griep ontdekt bij zeehonden. Het virus komt van vogels en heeft intussen honderden zeehonden de das omgedaan. Nu kun je denken: 'Ach, het zijn maar zeehonden'. Maar als het virus zoogdieren ziek kan maken, kan dat op termijn ook een gevaar voor mensen vormen.
(Bron: Know How)

Slide 21 - Slide

Zoek in je boek

Slide 22 - Slide

Hoe vind je het onderwerp van een tekst?
A
De hele tekst lezen
B
Oriënterend lezen
C
Globaal lezen
D
Zoekend lezen

Slide 23 - Quiz

Lees de eerste alinea.
Bekijk de tussenkopjes.
Lees de titel.
Bekijk de afbeeldingen.
Let op anders gedrukte woorden.
Geef antwoord op de vraag: waarover gaat deze tekst?

Slide 24 - Drag question

Hoe ziet de indeling van een tekst er vaak uit?
A
Inleiding - middenstuk
B
Titel - inleiding - middenstuk
C
Inleiding - middenstuk - slot
D
Inleiding - deelonderwerpen

Slide 25 - Quiz

Wat is een deelonderwerp van een tekst?

Slide 26 - Open question

Hoe verschillen het onderwerp van een tekst en de hoofdgedachte van een tekst met elkaar?

Slide 27 - Open question

Twee jongens ernstig gewond aan 
handen na afsteken illegaal vuurwerk

Bij het afsteken van vuurwerk zijn zaterdag 
twee minderjarige jongens in Gelderland 
zwaargewond geraakt aan hun handen. In zowel 
in Arnhem als in Nijmegen ging het mis bij het
afsteken van cobra's, bevestigt de politie na 
berichtgeving van het AD.

De twee jonge tieners zijn met ernstig letsel naar 
het ziekenhuis gebracht. Volgens de politie ziet 
het ernaar uit dat ze een hand moeten missen.


"Ernstig letsel door vuurwerk zien we vaker met 
Oud en Nieuw, maar nu zien we het nog twee 
dagen later", aldus een woordvoerder van de politie.


Cobra's vallen onder de zwaarste categorie vuurwerk en zijn illegaal.
Slot
Geen slot
Titel
Middenstuk
Inleiding

Slide 28 - Drag question

Wat weet je nu?
1. Studerend lezen
2. Tekstdoelen: informeren en amuseren
3. Een schematische samenvatting maken
4. Leespubliek
5. Het uitleggend tekstverband
6. Een instructie schrijven

Slide 29 - Slide

Welke tekstvorm hoort bij het tekstdoel amuseren?
A
boekbespreking
B
sportverslag
C
interview
D
verhalenbundel

Slide 30 - Quiz

Instructie
Andere tekstsoort
advertentie
sportverslag
recept
nieuwsbericht
knutselopdracht
interview
handleiding
gebruiksaanwijzing

Slide 31 - Drag question