What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Engelse werkwoorden
Engelse werkwoorden
Spelling van de Engelse werkwoorden...
Bijvoorbeeld:
downloaden, faxen, shoppen, appen, lunchen, streamen, ...
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Engelse werkwoorden
Spelling van de Engelse werkwoorden...
Bijvoorbeeld:
downloaden, faxen, shoppen, appen, lunchen, streamen, ...
Slide 1 - Slide
Engelse werkwoorden
Spelling van de Engelse werkwoorden...
Bijvoorbeeld:
downloaden, faxen, shoppen, appen, lunchen, streamen, ...
Slide 2 - Slide
H 5.8: Spelling
Oefenen!
blz. 143, opdr. 4
Slide 3 - Slide
H 5.9: Spelling
Dicteewoorden
(blz. 148):
Neem een blad papier of je schrift.
Slide 4 - Slide
H 5.9: Spelling
Dicteewoorden
(blz. 148):
Neem een blad papier of je schrift.
acryl
gynaecoloog
lyrisch
synthetisch
vinyl
yoghurt
Slide 5 - Slide
Engelse werkwoorden
Slide 6 - Slide
Hoe spel je Engelse werkwoorden?
A
Volgens de Nederlandse spellingsregels
B
Volgens de Engelse spellingsregels
C
Volgens aparte spellingsregels
D
Hangt af van het woord. Sommige spelling volgens Nederlandse regels, andere Engels.
Slide 7 - Quiz
Engelse werkwoorden
Hij heeft de bal over het net (smashen).
A
gesmasht
B
gesmashed
C
gesmashet
D
gesmashd
Slide 8 - Quiz
(Engelse werkwoorden)
Hij (managen-vt)
A
managede
B
managete
C
managde
D
managte
Slide 9 - Quiz
(Engelse werkwoorden)
Wij hebben (basketballen)
A
gebasketballd
B
gebasketbald
Slide 10 - Quiz
(Engelse werkwoorden)
Hij (timen - vt)
A
timde
B
timdde
C
timete
D
timede
Slide 11 - Quiz
Engelse werkwoorden
Hij (lunchen-vt)
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde
Slide 12 - Quiz
Engelse werkwoorden
Hij ...(racen - vt).
A
Hij racte.
B
Hij racette.
C
Hij racde.
D
Hij racete.
Slide 13 - Quiz
(Engelse werkwoorden)
Hij (barbecueën-vt)
A
barbecuedde
B
barbecuede
C
barbecuete
D
barbecuette
Slide 14 - Quiz
(Engelse werkwoorden)
Zij hebben (volleyballen)
A
gevolleybald
B
gevolleyballd
Slide 15 - Quiz
Ik snap hoe je de Engelse werkwoorden schrijft
A
Ja
B
Ja, maar ik wil nog wat extra instructie
C
Nee, ik snap er nog niet veel van.
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
More lessons like this
5.8 Spelling: Engelse werkwoorden, trema, apostrof
May 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
5.8 Spelling: Engelse werkwoorden, trema, apostrof
April 2024
- Lesson with
43 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
5.9 Spelling les 1
May 2022
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
5.9 Spelling
May 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
werkwoordspelling
March 2023
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
5.9 Spelling - Engelse werkwoorden
May 2024
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
5.8 Spelling - Engelse werkwoorden
May 2024
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Leestekens
April 2024
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2