Clase 15. Unidad 4 Gramática

¡Bienvenidos chicos y chicas!
Empezamos en....




Jueves, 2 de diciembre de 2021
timer
1:00
1 / 23
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

¡Bienvenidos chicos y chicas!
Empezamos en....




Jueves, 2 de diciembre de 2021
timer
1:00

Slide 1 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy?
  1. SomToday
  2. Objetivos unidad 4
  3. Seguimos  con la unidad 4. Gramática deel II
  4. ¡A trabajar!
  5. Final de la clase. ¿Qué has aprendido hoy?

Slide 2 - Slide

Aan het einde van dit hoofdstuk:
Leerdoelen
  • Ik kan mijn mening geven.
  • ik kan naar iemands mening vragen.
  • ik kan dingen/mensen vergelijken.
  • ik kan praten over mijn schoolleven (ruimtes/mijn klas/onderwijs).
  • ik kan een klasgenoot interviewen over zijn leven.


Slide 3 - Slide

Aan het einde van dit hoofdstuk:
Succescriteria's
  • Ik kan regelmatige en onregelmatige werkwoorden in de imperfecto vervoegen.
  • Ik ken de signaalwoorden die bij de imperfecto horen.
  • Ik weet hoe ik vergelijkingen moet maken in het Spaans. (lessonUp + blz 51 tb)
  • Ik kan mijn biografie opschrijven
  • Ik ken alle woorden van de woordenlijst unidad 3+4
  • Ik kan minimaal 10 goede vragen formuleren om informatie over iemands leven te achterhalen.















Slide 4 - Slide

Unidad 4 Gramática deel I
1. Imperfecto. Verbos regulares.
2. Imperfecto. Verbos irregulares.

Slide 5 - Slide

Pretérito imperfecto
- Cuando era pequeño jugaba al fútbol.
- Todos los días veía a mis amigos.
- Antes hacía mucho frío.
Beschrijft gewoontes of terugkerende gebeurtenissen uit het verleden.
Het begin en het einde van de gebeurtenis wordt niet aagegeven.

Slide 6 - Slide

Regelmatige en onregelmatige werkwoorden (imperfecto)

Slide 7 - Slide

Unidad 4 Gramática deel II
- De vergrotende trap

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

De vergrotende trap
Met een bijvoeglijk naamwoord                      más                                         
                                                                     Julia es   menos       alta                que                           Pablo
                                                                                        tan                                      como
"Mi hermano es más alto que mi padre."
"La chaqueta es menos cara que el pantalón".
"María es tan alta como Susana."

Slide 10 - Slide

De vergrotende trap
Met een werkwoord                                                          más                                         
                                                   Julia estudia                      menos                          que                           Pablo
                                                                                                    tanto                             como
" Mi hermano habla más  que mi padre."
" Juan estudia menos que María".
" María lee tanto como Susana."

Slide 11 - Slide

De vergrotende trap
Mayor y menor gebruik je in het bizonder voor leeftijd en voor hoeveelheden.
Als je het over afmetingen hebt, gebruik je más grande en más pequeña
"Julia es mayor que David." (leeftijd)
"Mi habitación es más grande que la tuya". (Afmeting)

Slide 12 - Slide

De vergrotende trap. Vertaal de zin naar het Nederlands:

"Un coche es más caro que una bicicleta"

Slide 13 - Open question

De vergrotende trap.Vertaal de zin naar het Nederlands:

"Canadá es más grande que España"

Slide 14 - Open question

De vergrotende trap. Vertaal de zin naar het Nederlands:

"Cristiano Ronaldo es mejor que Messi."

Slide 15 - Open question

De vergrotende trap. Vertaal de zin naar het Spaans:

Pedro is net zo lang als Paco.



Slide 16 - Open question

De vergrotende trap. Vertaal de zin naar het Spaans:

"Julia studeert meer dan María."



Slide 17 - Open question

De vergrotende trap. Vertaal de zin naar het Spaans:

"Eva is ouder dan Lucía"



Slide 18 - Open question

Verplichte opdrachten:

TB unidad 4.  Gramática
Opdracht. 4 t/m 6 (Vergrotende trap)
WB unidad 4. Gramática
Opdracht. 4, 7 en 8


Si terminas/Als je klaar bent?
PO Spreekvaardigheid 






Optionele opdrachten:
(verdieping / verbreding)


Slide 19 - Slide


¿Cómo has trabajado hoy en clase?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll


Na deze les, 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof
nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)

Slide 21 - Poll


Nog iets anders, namelijk...

Slide 22 - Open question

0

Slide 23 - Video