LES 3 - TEGENOVERGESTELDEN

1 / 29
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startklaar 
       
       Pak je Chromebook/ laptop voor je
       Start je Chromebook/ laptop op
       Log in op www.lessonup.app 
       Stop je telefoon in je tas of in je jas
      
timer
2:30

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Inleiding
Tijdens de vorige les leerde je meer over duiven.
Zo leerde je dat mensen niet zo van duiven houden.

Wat weet je hier nog van?
Vandaag leer je weer nieuwe dingen over duiven!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les ...

Slide 4 - Slide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Hoe noemen mensen stadsduiven soms?
A
Vliegende prullenbakken
B
Vliegende muizen
C
Vliegende vlooien
D
Vliegende ratten

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Vliegende ratten?
Stadsduiven worden ook wel vliegende ratten genoemd.
Ze leven van afval en geven ziektes door.
Ratten doen dit ook.

Vliegende ratten, niet zo'n goed 
imago
Hoe mensen over iets denken.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Weetje
Duiven vliegen pas op het laatste moment weg

Hoe komt dit denken jullie?
Praat erover met je schoudermaatje.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

1

Slide 8 - Video

This item has no instructions

00:33
Waarom vliegen duiven pas zo laat weg?
A
Ze zien heel slecht
B
Ze kunnen geen afstand inschatten
C
Ze kunnen snel en makkelijk wegvliegen
D
Ze horen heel slecht

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Theorie
Tegenovergestelden zijn woorden die het tegenovergestelde van elkaar betekenen. Bijvoorbeeld:
  • hoog en laag
  • groot en klein
  • snel en traag
  • warm en koud

Kun je er zelf ook één bedenken?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Instructie
We gaan even oefenen!
Je ziet zo steeds twee afbeeldingen.

Welke twee tegenovergestelden zoeken we?
Bekijk het voorbeeld op de volgende slide

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

jong
oud

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Instructie


Welke tegenovergestelden zoeken we?

Bekijk het voorbeeld rechts

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Instructie



Welke tegenovergestelden zoeken we?

Bekijk het voorbeeld rechts


klein
groot

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Instructie



Welke tegenovergestelden zoeken we?

Bekijk het voorbeeld rechts


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Instructie



Welke tegenovergestelden zoeken we?

Bekijk het voorbeeld rechts


leeg
vol

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Instructie



Welke tegenovergestelden zoeken we?

Bekijk het voorbeeld rechts


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Instructie



Welke tegenovergestelden zoeken we?

Bekijk het voorbeeld rechts


koud
warm

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Instructie



Welke tegenovergestelden zoeken we?

Bekijk het voorbeeld rechts


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Instructie



Welke tegenovergestelden zoeken we?

Bekijk het voorbeeld rechts


langzaam
snel

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Instructie

Je oefent nu verder met tegenovergestelden op het werkblad bij deze les.

Ben je klaar?
Maak dan het werkblad 'Tegenovergestelden'. 


Omgekeerde?
Met 'omgekeerde' bedoelen we het tegenovergestelde.
Net zoals je geoefend hebt!

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!

Maak Keuzeopdracht Woordenschat.
Doe dit samen met je schoudermaatje.


Omgekeerde?
Met 'omgekeerde' bedoelen we het tegenovergestelde.
Net zoals je geoefend hebt!
Klaar?
Maak dan het werkblad 'Tegenovergestelden'. 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Nakijken

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Nakijken

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Welke tegenovergestelden
heb je zelf bedacht?

Slide 25 - Mind map

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

      Technisch lezen
We oefenen nu technisch lezen met de woorden uit de tekst.
De docent vertelt wat je moet doen.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Technisch lezen

We lezen samen de tekst.
Zet een streep onder woorden die je nog niet kent.
De docent bespreekt die woorden.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Technisch lezen

We lezen samen de tekst.
Zet een streep onder woorden die je nog niet kent.
De docent bespreekt die woorden.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions