What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2TH Bezittelijke voornaamwoorden
De bezittelijke voornaamwoorden
1 / 45
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
This lesson contains
45 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
De bezittelijke voornaamwoorden
Slide 1 - Slide
Leerdoel:
Aan het einde van de les kun je het bezittelijk voornaamwoord in het Duits gebruiken.
Slide 2 - Slide
Het bezittelijke voornaamwoord:
- Wat is een bezittelijk voornaamwoord?
Slide 3 - Slide
Het bezittelijke voornaamwoord:
- geeft een bezit aan (mijn, jouw etc.)
- staat vóór een zelfstandig naamwoord
Slide 4 - Slide
Welke Duitse bezittelijk voornaamwoorden ken je?
De bezittelijk
voornaamwoorden
Slide 5 - Mind map
Voorbeelden bezittelijk voornaamwoord:
- Ik eet
mijn
banaan. / Ich esse
meine
Banane.
- Dat is
jouw
huis. / Das ist
dein
Haus.
- Waar is
zijn
fiets? / Wo ist
sein
Fahrrad?
Slide 6 - Slide
ich
ik
du
jij
er
hij
sie
zij (ev)
wir
wij
ihr
jullie
sie
zij (mv)
Sie
U
mein(e)
mijn
dein(e)
jouw
sein(e)
zijn
ihr(e)
haar
unser(e
)
ons/onze
eu(e)r(e)
jullie
ihr(e)
hun
Ihr(e)
Uw
Persoonlijke voornaamwoorden
Bezittelijke voornaamwoorden
Slide 7 - Slide
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der Mann
di
e
Frau
das
Kind
di
e
Autos
ein
Mann
ein
e
Frau
ein
Kind
kein
e
Autos
mein Mann
mein
e
Frau
mein Kind
mein
e
Autos
Het geslacht van de zelfstandige naamwoorden
Het lidwoord ein- en het woord kein- krijgen bij
vrouwelijke
woorden
en in het
meervoud
een
-e
.
Dat geldt ook voor de bezittelijke voornaamwoorden.
Slide 8 - Slide
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der Mann
di
e
Frau
das
Kind
di
e
Autos
mein Mann
dein
e
Frau
dein Kind
dein
e
Autos
Voorbeelden:
- mein___________ Bruder (m) hat Zahnschmerzen.
- unser
e
__________ Eltern (
mv
) sind sehr lieb.
- eur
e
____________ Lehrerin (
v
) hat Hunger.
- ihr______________ Baby (o) schläft.
Slide 9 - Slide
Bezittelijke voornaamwoorden
Slide 10 - Slide
Du hast jetzt die Theorie gehabt ( = je hebt nu de theorie gehad) also...
Kurz üben
(
=even oefenen)
Slide 11 - Slide
Welke DUITSE bezittelijke voornaamwoorden ken je?
Slide 12 - Mind map
Wanneer krijg je achter het bezittelijk voornaamwoord een extra E ?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud
Slide 13 - Quiz
Wanneer krijgt het bezittelijk voornaamwoord een -e?
Slide 14 - Open question
Vertaal:
geen
Slide 15 - Open question
Vertaal:
een
Slide 16 - Open question
Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Wie heißt deine Oma?
A
Wie
B
heißt
C
deine
D
Oma
Slide 17 - Quiz
Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Ihre Mutter heißt Suzanne.
A
Ihre
B
Mutter
C
heißt
D
Suzanne
Slide 18 - Quiz
Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Wie alt ist dein Opa?
A
Opa
B
dein
C
alt
D
Wie
Slide 19 - Quiz
Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Mein Handy ist neu!
A
Handy
B
ist
C
Mein
D
neu
Slide 20 - Quiz
Ken je de bezittelijke voornaamwoorden in het Duits?
Slide 21 - Slide
Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: haar opa
der Opa (m)
A
unser Opa
B
euer Opa
C
ihr Opa
D
dein Opa
Slide 22 - Quiz
Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: jouw tante
die Tante (v)
A
deine Tante
B
seine Tante
C
ihre Tante
D
dein Tante
Slide 23 - Quiz
Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: mijn broer
der Bruder (m)
A
dein Bruder
B
ihr Bruder
C
mein Bruder
D
meine Bruder
Slide 24 - Quiz
Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: uw boek
Buch (o)
A
Ihr Buch
B
ihr Buch
C
Ihre Buch
D
ihre Buch
Slide 25 - Quiz
Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: jullie klas
die Klasse (v)
A
ihre Klasse
B
euer Klasse
C
unsere Klasse
D
eure Klasse
Slide 26 - Quiz
Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: zijn pen
der Stift (m)
A
seine Stift
B
ihr Stift
C
sein Stift
D
unser Stift
Slide 27 - Quiz
Kies nu de juiste vorm....
Slide 28 - Slide
M
V
O
MV
ein
eine
ein
keine
Sein.. Vater (m) ist krank
A
sein
B
seine
Slide 29 - Quiz
M
V
O
MV
ein
eine
ein
keine
Ihr.. Oma (v) hat Blumen gekauft
A
Ihr
B
Ihre
Slide 30 - Quiz
M
V
O
MV
ein
eine
ein
keine
Euer- Schule ist modern.
A
Eure
B
Euere
Slide 31 - Quiz
Nu zonder tabel...
Slide 32 - Slide
onze ... Lehrerin (v)
A
unser Lehrerin
B
unsere Lehrerin
Slide 33 - Quiz
mijn ... Bruder (m)
A
mein
B
meine
Slide 34 - Quiz
Iets moeilijker...
Slide 35 - Slide
Was ist (jouw) Name (m)?
A
sein
B
mein
C
dein
D
Ihr
Slide 36 - Quiz
Das sind (onze) Eltern (mv).
A
meine
B
unser
C
ihr
D
unsere
Slide 37 - Quiz
(Jullie) Auto (o) ist sehr schön.
A
Unser
B
Eure
C
Unsere
D
Euer
Slide 38 - Quiz
(Onze) Lehrer (m) heißt Meyer.
A
Unsere
B
Ihre
C
Unser
D
Euere
Slide 39 - Quiz
Maaike ist (haar) Freundin (v).
A
meine
B
ihr
C
ihre
D
euere
Slide 40 - Quiz
(Zijn) .... vader heeft een hele grote auto.
A
Ihr
B
Ihre
C
Sein
D
Seine
Slide 41 - Quiz
Das ist (mijn)…... Buch (o).
A
dein
B
unser
C
meine
D
mein
Slide 42 - Quiz
Ist das hier ( uw) Fahrrad (o)?
A
ihr
B
Ihre
C
ihre
D
Ihr
Slide 43 - Quiz
Lesdoel bereikt?
Je kunt het bezittelijk voornaamwoord gebruiken.
A
Ja, ik kan het!
B
Nee, ik snap het niet!
C
Nog een beetje leren... en dan komt het goed!
D
Ja, ik denk het wel!
Slide 44 - Quiz
Einde
Slide 45 - Slide
More lessons like this
Bezittelijke voornaamwoorden
June 2024
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Toets ein(e)/kein(e) en bezittelijk voornaamwoord
September 2024
- Lesson with
39 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Bezittelijk voornaamwoord Mavo 2 les 1
May 2024
- Lesson with
48 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Bezittelijk voornaamwoord Mavo 2 les 1
March 2024
- Lesson with
49 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
iweh Bezittelijke voornaamwoorden
February 2022
- Lesson with
44 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, mavo
Leerjaar 2
Bezittelijke voornaamwoorden
April 2024
- Lesson with
29 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Bezittelijke voornaamwoorden
September 2024
- Lesson with
29 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Les 34
December 2023
- Lesson with
48 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2