- Vertelde tijd: tijd van het verhaal > minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren
- Verteltijd: tijd die auteur nodig heeft om het verhaal te vertellen > hoeveelheid woorden, zinnen, pagina`s of hoofdstukken
-Chronologisch: op volgorde van tijd
- Niet-chronologisch: flasbacks, flashforwards, tijdlagen