B1U 14-3 Bezittelijk voornaamwoord en andere woordsoorten.

Leesboek
Pak je leesboek en begin met lezen.
Welkom!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leesboek
Pak je leesboek en begin met lezen.
Welkom!

Slide 1 - Slide

timer
10:00
10 minuten in stilte zelfstandig lezen.

Slide 2 - Slide

Cijfers van de boekrapporten en feedback hierop krijgen jullie in de breekweek.

Slide 3 - Slide

Pak je agenda

Slide 4 - Slide

Vrijdag 17 maart 
Cursus 5 - Paragraaf 7 t/m 9
(Lijdend voorwerp (zinsdelen), bezittelijk voornaamwoord (woordsoorten), meewerkend voorwerp (zinsdelen)

Slide 5 - Slide

Vrijdag 31 maart  
Proefwerk

Lezen:

Cursus 1 - Paragraaf 3 - Tekstdoelen en tekstsoorten
Cursus 1 - Paragraaf 4 - Alinea's en kernzinnen

Slide 6 - Slide

 en bezittelijk voornaamwoord

Slide 7 - Slide

bezittelijk voornaamwoord

Slide 8 - Slide

Het nakijken 
Wij gaan klassikaal nakijken, verbeter je antwoord.
Het huiswerk was: 
  • Cursus 5 - paragraaf 8 bezittelijk voornaamwoord opdrachten 3 en 4 in je schrift.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Ga naar Lesson-Up en doe mee met je eigen naam.
Laptop 

Slide 13 - Slide

Welke zinnen had je bij cursus 5 paragraaf 8 opdracht 3?

Slide 14 - Open question

Heb je het lesdoel: "ik kan persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden herkennen en gebruiken" gehaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Meewerkend voorwerp
Het meewerkend voorwerp geeft aan voor wie iets bestemd is.  
Niet in elke zin staat een meewerkend voorwerp.





Slide 16 - Slide

Ik help hem.
Ik zie haar.
Wij geven jullie iets.
Heb je hem een brief geschreven?
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp

Slide 17 - Drag question

Het meewerkend voorwerp


Het meewerkend voorwerp is vaak de andere persoon in de zin.

Je kan voor het meewerkend voorwerp 'aan' of 'voor' zetten.

Slide 18 - Slide

Werken aan opdrachten
Lees
De theorie (groene blok) en de opdrachten goed.
Maak
Cursus 5 paragraaf 9 (blz. 220-221) opdracht 1 en 2 
Hoe
Opdracht 1 maak je in je eigen schrift voor Nederlands,
Opdracht 2 maak je samen met je schoudermaatje.
Je mag fluisterend overleggen met je schoudermaatje en vragen stellen aan je docent.
Tijd
Tot het einde van de les
Klaar?
Laat de opdrachten aan de docent zien.
Huiswerk
Bovenstaande opdrachten.

Slide 19 - Slide

Fijne dag!!!
Tot morgen

Slide 20 - Slide