B1U 10-3 Boekenspeeddate en bezittelijk voornaamwoord

Leesboek
Pak je leesboek en begin met lezen.
Welkom!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Leesboek
Pak je leesboek en begin met lezen.
Welkom!

Slide 1 - Slide

timer
15:00
15 minuten in stilte zelfstandig lezen.

Slide 2 - Slide

Hoe vond je het om je buurman/vrouw zijn/haar boek te lezen?

Praat er 5 minuten met elkaar over. Vraag erover wat je wilt vragen en geef jouw mening zou je dit ook willen lezen, waarom wel of niet.
timer
2:00

Slide 3 - Slide

Boekenspeeddate

Slide 4 - Slide

Lesdoelen
  • Leesplezier bevorderen door met elkaar te praten over verschillende boeken;
  • Kort een boek kunnen presenteren aan elkaar;
  • Een top 3 van boeken samenstellen van de leukste boeken;
  • Voorbereiding voor de toets.

Slide 5 - Slide

Vrijdag 10 maart 2023
1. In de door de docent aangegeven groepjes gaan zitten;
2. Allemaal in je groepje kort (in 2 minuten) je boek aan het groepje presenteren.
3. Samen een top 3 samenstellen;
4. Gezamenlijk een korte presentatie maken en klassikaal geven over jullie beste boek, de nummer 1 van jullie top 3.  

Slide 6 - Slide

timer
8:00

Slide 7 - Slide

Zorg dat je binnen de tijd terug bent, anders te laat briefje halen. Geniet van je pauze!
timer
5:00

Slide 8 - Slide

Het nakijken 
Wij gaan klassikaal nakijken, verbeter je antwoord.
Het huiswerk was: 
  • § 7 Lijdend voorwerp blz. 216-217 opdr. 4, 5 en 6. en online de proeftoets van §7 ( Cursus 5 grammatica.)

Slide 9 - Slide

Wat waren jullie antwoorden bij opdracht 4 en opdracht 5?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Aantekeningen maken

Slide 12 - Slide

Binnenkort so over:

Cursus 5 - Paragraaf 7 t/m 9
(Lijdend voorwerp (zinsdelen), bezittelijk voornaamwoord (woordsoorten), meewerkend voorwerp (zinsdelen)

Slide 13 - Slide

Hoe activeer je voorkennis?
Door middel van een woordweb.

Maak een woordweb over:
1. Welke woordsoorten ken je allemaal (zoals lidwoorden: de, het en een);
2. waar jij allemaal aan denkt bij het bezittelijk voornaamwoord.
timer
5:00

Slide 14 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord

Slide 15 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord
Het bezittelijk voornaamwoord geeft een bezit aan. Je geeft aan dat iets van iemand is. 

Vervang het woord door 'zijn', dan weet je of het een bezittelijke voornaamwoord is!

Dat is haar verrekijker. --> Dat is zijn verrekijker. --> Haar = bezittelijke voornaamwoord






Slide 16 - Slide

Vragen?

Slide 17 - Slide

Werken aan opdrachten
Lees
De opdrachten goed.
Maak
Cursus 5 - paragraaf 8 bezittelijk voornaamwoord  opdrachten 3 en 4 in je schrift.
Hoe
In je eigen schrift voor Nederlands, je mag fluisterend overleggen met je schoudermaatje en vragen stellen aan je docent.
Tijd
Tot het einde van de les
Klaar?
Laat je schrift zien aan de docent en op de laptop zoeken naar voorbeeldteksten met bezittelijke voornaamwoorden.
Huiswerk
Bovenstaande opdrachten.

Slide 18 - Slide




Huiswerk



Cursus 5 - paragraaf 8 bezittelijk voornaamwoord opdrachten 3 en 4 in je schrift.

Slide 19 - Slide