Le futur : toekomende tijd.
Je gebruikt in het NL zal of zullen + infinitief (ik zal werken, wij zullen gaan)
VORMING: HEEL WERKWOORD + UITGANGEN AVOIR
-ai, -as, -a, -ons, -ez, -ont
VB: parler - je parlerai regarder - tu regarderas
Let op: bij ww op -re vervalt de laatste -e: vendre - je vendrai