VH1 Herhalen + maanden / verjaardagen

1 / 31
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare school

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hola
Hoy es: lunes
martes
miércoles
jueves
viernes 
sábado
domingo

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

¿Qué tal las vacaciones de Navidad?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Programa de esta semana
  1. Wat gaan we deze 2 (?) weken online doen? 
  2. Geen s.o. 
  3. Herhalen wat we tot nu toe gedaan hebben 
  4. De maanden/datums 
  5. Deberes (= huiswerk)

Slide 4 - Slide

Les in twee delen 
Persoonlijke voornaamwoorden
  1. (yo)
  2. (tú)
  3. (él, ella, usted, ......)
  4. (nosotros/-as)
  5. (vosotros/-as)
  6. (ellos, ellas, ustedes, .....)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Spaanse persoonlijke
voornaamwoorden

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Weet je de betekenis van deze Spaanse regelmatige werkwoorden? 
Zet de juiste bij elkaar.
timer
2:00
comer
bailar
hablar
vivir
cantar
ir
vender
escuchar
escribir
compartir
beber
tocar
schrijven
gaan
dansen
drinken
praten
leven, wonen
luisteren
eten
instrument bespelen, aanraken
delen
zingen
verkopen
Tekst

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Verbo Tener 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

tener, tú

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Er zit één fout in deze afbeelding. Weet jij welke?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

verschil tussen SER en ESTAR

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Geeft de vervoeging van de regelmatige werkwoorden : tegenwoordige tijd 

timer
1:00
Amy y Sam _____ (Ser) mis alumnas.
Charissa y yo______(Ser) amigas.
Tú________ (Ser-tú) una persona unica.
Yo _______ (Ser) holandés y vivo en Huizen.
Emmy y tú _____(Ser-vosotros) en holandesas.
sois / son
somos
eres
soy
sois / son

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

estar, él

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Ser/Estar:
¿..............(vosotros) en casa de Miguel?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Kies hay, ser of estar:
Mis padres __________ en Rotterdam.

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Kies hay, ser of estar:
Brenda y yo ___________ amigas.

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Match de bijvoeglijke naamwoorden met de juiste vertaling. 
Tímido/a
gordo/a
Joven
pequeño/a
Rubio/a
Verlegen
Dik
Jong
Klein
blond

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Bijvoeglijke naamwoorden
  1. alto/a
  2. bajo/a
  3. atractivo/a
  4. jóven
  5. mayor
  6. feo/a
  7. guapo/a
  8. grande
  9. pequeño/a
  10. gordo/a
  11. tímido/a
  12. rubio/a
  13. moreno/a

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Welke zin is juist?

A
Tengo los ojos azul
B
Tengo los ojos azules
C
Tengo azules ojos
D
Tengo los azules ojos

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

¿Cómo eres tú?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Bezittelijke voornaamwoorden

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Los posesivos/bezittelijke voornaamwoorden

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Sleep de Nederlandse bezittelijke voornaamwoorden naar de juiste Spaanse bijbehorende posesivos
mi(s)
vuestro/a/os/as
su(s)
tu(s)
nuestro/
a/os/as
mijn
uw
jouw
hun
zijn
jullie
haar
ons/onze

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

Herhaal de 

getallen 

t/m 100

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

Los meses y los números
¿Cuándo es tu cumpleaños?
Mi cumpleaños es el trece de marzo. 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Los números
Los meses del año
Je zegt: ¿Cuándo es tu cumpleaños? Je antwoord: Mi cumpleaños es el...

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Deberes           Huiswerk

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

1) HAZ (=maak)
- De huiswerkopdracht in Teams bij het tabblad opdrachten. De opdracht heet: HW SP V1 maanden

2) Aprender: De rijtjes Ser,estar,tener + vertaling 



Los deberes para la próxima clase

(het huiswerk voor de volgende les...)

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Hoe goed begrijp je de stof tot nu toe?
A
Heel goed
B
Redelijk
C
Ik vind het lastig
D
Geen idee waar het over gaat

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions