par. 2.7

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom

Welkom

Klassenregels

Je mobiel en oordopjes zijn uit het zicht.

Je Ipad ligt plat op tafel, tenzij anders aangegeven.

De Ipad wordt alleen gebruikt voor lesdoeleinden.

Je jas hangt op de gang.

Als de docent praat, ben je stil. Je steekt je vinger op als je iets wilt zeggen.

Je eet en drinkt niet tijdens de les.

Je hebt een actieve werkhouding.

Je hebt je leerwerkboek en leesboek mee en maakt je huiswerk.

leerdoelen

Ik herken het werkwoordelijk gezegde.

Ik weet waar ik de zinsdeelstrepen moet zetten.

Bespreken opdracht 1-4

De | groene kat | is | over straat | gelopen.
De zinsdeelstrepen staan:

1. Goed
2. Niet goed

Zijn de zinsdeelstrepen juist verdeeld?
Zij | heeft | kauwgom | in haar haar.

1. ja
2. nee

Zijn de zinsdeelstrepen juist verdeeld?
Waarom heb | je | dat | verteld?

1. ja
2. nee

De zinsdeelstrepen staan goed.
Snap / jij / het / nog?

1. waar
2. niet waar

werkwoordelijk gezegde
Wij zijn naar huis gelopen.

Joep is tijdens voetbal gevallen.
werkwoordelijk gezegde

Op school moet je veel leren.
werkwoordelijk gezegde

Zijn vindt knutselen leuk.
Werkwoordelijk gezegde

Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden uit de zin.

1. waar
2. niet waar

De persoonsvorm zit altijd in het werkwoordelijk gezegde.

1. waar
2. niet waar

Huiswerk

paragraaf 1.8 spelling afmaken

paragraaf 2.7 grammatica tot en met opgave 8