nach,zu,für,vor in + voltooid deelwoord
1 / 21
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Ich fahre ( naar ) Berlin.
Slide 2 - Open question
Ich habe ein Geschenk ( voor ) dich.
Slide 3 - Open question
Ich warte ( voor ) der Schule auf dich.
Slide 4 - Open question
Wir gehen ( naar ) das Kino
Slide 5 - Open question
Ich war um 10Uhr ( thuis )
Slide 6 - Open question
Hier gehst du ( naar ) links.
Slide 7 - Open question
Er hat ein Geschenk ( voor ) Oma.
Slide 8 - Open question
Du musst hier ( naar ) links.
Slide 9 - Open question
Er hat Angst ( voor ) Spinnen.
Slide 10 - Open question
Wir fahren ( naar ) Venlo.
Slide 11 - Open question
Slide 12 - Slide
kaufen
Slide 13 - Open question
telefonieren
Slide 14 - Open question
warten
Slide 15 - Open question
bezahlen
Slide 16 - Open question
probieren
Slide 17 - Open question
antworten
Slide 18 - Open question
trainieren
Slide 19 - Open question
wohnen
Slide 20 - Open question
operieren
