Les 26 - Argumenteren(2)

maandag 6 feb les 26
Startopdracht 
Uitleg + maken H4 Lezen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

maandag 6 feb les 26
Startopdracht 
Uitleg + maken H4 Lezen

Slide 1 - Slide

Planning
Lezen (15 minuten)
Kahoot= herhaling leerstof Lezen (10min)
Uitleg H4 -Lezen: tegenargumenten en weerleggingen (10min)
Aan de slag! (20min)
Huiswerk

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Link

Verschil:
Met een tegenargument ontkracht je een standpunt; met een weerlegging ontkracht je een argument.

 

Slide 5 - Slide

Voorbeeld

  • Er moet op school meer aandacht besteed worden aan vaderlandse geschiedenis (= standpunt), want jongeren moeten leren trots te zijn op ons verleden (= argument).


Meer aandacht voor vaderlandse geschiedenis zal ten koste gaan van de tijd voor wereldgeschiedenis. (= tegenargument, want het ontkracht het standpunt)

Er is anders weinig in ons verleden waar we trots op kunnen zijn. (= weerlegging, want het ontkracht het argument)





Slide 6 - Slide

Tegenargument of weerlegging?
a: Volgens mij kun je beter blijven zitten, want dan slaag je over twee jaar met hogere cijfers.

 

b: Maar dat kost me wel een heel jaar  --> tegenargument of weerlegging?

Slide 7 - Slide

a: Volgens mij kun je beter blijven zitten, want dan slaag je over twee jaar met hogere cijfers.

b: Maar dat kost me wel een heel jaar  = tegenargument 



"Maar dat kost me wel een heel jaar" is bedoeld om het standpunt "volgens mij kun je beter blijven zitten" te ontkrachten.

Slide 8 - Slide

Tegenargument of weerlegging?
a: Omdat er nauwelijks werk voor afgestudeerde neerlandici te vinden is, lijkt het mij niet verstandig om Nederlands te gaan studeren.

b: Dat verbaast me: de afgestudeerde mensen die ik ken, hebben inmiddels allemaal een baan gevonden --> tegenargument of weerlegging?

Slide 9 - Slide

a: Omdat er nauwelijks werk voor afgestudeerde neerlandici te vinden is, lijkt het mij niet verstandig om Nederlands te gaan studeren.
b: Dat verbaast me: de afgestudeerde mensen die ik ken, hebben inmiddels allemaal een baan gevonden = weerlegging

"Dat verbaast me: de afgestudeerde mensen die ik ken, hebben inmiddels allemaal een baan gevonden" is bedoeld om het argument "Omdat er nauwelijks werk voor afgestudeerde neerlandici te vinden is" te ontkrachten.

Slide 10 - Slide

Aan de slag!
 H4 lezen vanaf blz. 106
Maken: startopdracht + opdracht 1


Klaar? Maak alvast opdracht 2 (=huiswerk)



timer
10:00

Slide 11 - Slide

Huiswerk
 H4 Lezen vanaf blz. 106

Maken: opdracht 2 


Slide 12 - Slide