Les 32 en 33 Betoog/ Tegenargumenten en weerlegging(3)

Planning
Toets bespreken (15min)
Bespreken huiswerk (10min)
Korte herhaling leerstof Tegenargumenten en weerlegging(5min)
Klassikaal opdracht maken (uit boek) (20min)
Zelfstandig oefenen via links naar Cambiumned(rest van de les)

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Planning
Toets bespreken (15min)
Bespreken huiswerk (10min)
Korte herhaling leerstof Tegenargumenten en weerlegging(5min)
Klassikaal opdracht maken (uit boek) (20min)
Zelfstandig oefenen via links naar Cambiumned(rest van de les)

Slide 1 - Slide

Huiswerk
H4 Schrijven vanaf blz. 114

Lezen: de theorie over schijven v. e betoog
Maken: opdracht 1 + 2 + 3 op blz. 115


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Verschil:
Met een tegenargument ontkracht je een standpunt; met een weerlegging ontkracht je een argument.

 

Slide 5 - Slide

Voorbeeld

  • Er moet op school meer aandacht besteed worden aan vaderlandse geschiedenis (= standpunt), want jongeren moeten leren trots te zijn op ons verleden (= argument).
* Meer aandacht voor vaderlandse geschiedenis zal ten koste gaan van de tijd voor wereldgeschiedenis. (= tegenargument, want het ontkracht het standpunt)
**Er is anders weinig in ons verleden waar we trots op kunnen zijn. (= weerlegging, want het ontkracht het argument)





Slide 6 - Slide

Tegenargument of weerlegging?
a: Volgens mij kun je beter blijven zitten, want dan slaag je over twee jaar met hogere cijfers.

 

b: Maar dat kost me wel een heel jaar  --> tegenargument of weerlegging?

Slide 7 - Slide

a: Volgens mij kun je beter blijven zitten, want dan slaag je over twee jaar met hogere cijfers.

b: Maar dat kost me wel een heel jaar  = tegenargument 



"Maar dat kost me wel een heel jaar" is bedoeld om het standpunt "volgens mij kun je beter blijven zitten" te ontkrachten.

Slide 8 - Slide

Tegenargument of weerlegging?
a: Omdat er nauwelijks werk voor afgestudeerde neerlandici te vinden is, lijkt het mij niet verstandig om Nederlands te gaan studeren.

b: Dat verbaast me: de afgestudeerde mensen die ik ken, hebben inmiddels allemaal een baan gevonden --> tegenargument of weerlegging?

Slide 9 - Slide

a: Omdat er nauwelijks werk voor afgestudeerde neerlandici te vinden is, lijkt het mij niet verstandig om Nederlands te gaan studeren.
b: Dat verbaast me: de afgestudeerde mensen die ik ken, hebben inmiddels allemaal een baan gevonden = weerlegging

"Dat verbaast me: de afgestudeerde mensen die ik ken, hebben inmiddels allemaal een baan gevonden" is bedoeld om het argument "Omdat er nauwelijks werk voor afgestudeerde neerlandici te vinden is" te ontkrachten.

Slide 10 - Slide

Nog een keer oefenen
Lezen: tekst 3 op blz. 112

timer
10:00

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Op de volgende pagina kun je via de link oefenen met feitelijke en waarderende argumenten.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Op de volgende dia lees je uitleg over argumentatiestructuren en kan je hiermee oefenen (onderaan de pagina).

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link