Les 9 - passé composé in schrijfopdracht

On a besoin de quoi?
un stylo
un cahier
le livre (A)
un ordinateur
pas de portable!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

On a besoin de quoi?
un stylo
un cahier
le livre (A)
un ordinateur
pas de portable!

Slide 1 - Slide

Aujourd'hui, on va:
  • répéter le passé composé
  • répéter le présent
  • écrire

Slide 2 - Slide

wij hebben gedanst
A
nous dansé
B
nous avons dansé
C
nous sommes dansés
D
nous avons dansés

Slide 3 - Quiz

Zij is gestegen
A
elle est monté
B
elle a monté
C
elle est montée
D
elle a montée

Slide 4 - Quiz

Zij hebben gehad
A
ils ont eu
B
elle a eu
C
ils ont été
D
elle a été

Slide 5 - Quiz

La reine ......................... (is aangekomen)
(De koningin)

Slide 6 - Open question

Jij hebt gezocht

Slide 7 - Open question

Weten we de présent nog?
Bijvoorbeeld:

Ik zoek
Jij zoekt
Hij zoekt
Wij zoeken
Jullie zoeken / U zoekt
Zij zoeken
CHERCHER


Je 
Tu
Il 
Nous
Vous
Ils

Slide 8 - Slide

Weten we de présent nog?
Bijvoorbeeld:

Ik zoek
Jij zoekt
Hij zoekt
Wij zoeken
Jullie zoeken / U zoekt
Zij zoeken
CHERCHER


Je cherche
Tu cherch
Il cherch
Nous cherch
Vous cherch
Ils cherch

Slide 9 - Slide

Weten we de présent nog?
Bijvoorbeeld:

Ik zoek
Jij zoekt
Hij zoekt
Wij zoeken
Jullie zoeken / U zoekt
Zij zoeken
CHERCHER


Je cherche
Tu cherches
Il cherch
Nous cherch
Vous cherch
Ils cherch

Slide 10 - Slide

Weten we de présent nog?
Bijvoorbeeld:

Ik zoek
Jij zoekt
Hij zoekt
Wij zoeken
Jullie zoeken / U zoekt
Zij zoeken
CHERCHER


Je cherche
Tu cherches
Il cherche
Nous cherch
Vous cherch
Ils cherch

Slide 11 - Slide

Weten we de présent nog?
Bijvoorbeeld:

Ik zoek
Jij zoekt
Hij zoekt
Wij zoeken
Jullie zoeken / U zoekt
Zij zoeken
CHERCHER


Je cherche
Tu cherches
Il cherche
Nous cherchons
Vous cherch
Ils cherch

Slide 12 - Slide

Weten we de présent nog?
Bijvoorbeeld:

Ik zoek
Jij zoekt
Hij zoekt
Wij zoeken
Jullie zoeken / U zoekt
Zij zoeken
CHERCHER


Je cherche
Tu cherches
Il cherche
Nous cherchons
Vous cherchez
Ils cherch

Slide 13 - Slide

Weten we de présent nog?
Bijvoorbeeld:

Ik zoek
Jij zoekt
Hij zoekt
Wij zoeken
Jullie zoeken / U zoekt
Zij zoeken
CHERCHER


Je cherche
Tu cherches
Il cherche
Nous cherchons
Vous cherchez
Ils cherchent

Slide 14 - Slide